Vakantiestand
De bloggers van Ikzegookmaarwat doen even wat anders dan bloggen. Vanaf 7 januari kunt u weer bijdragen verwachten. We wensen iedereen heel fijne feestdagen toe en alle goeds in het nieuwe jaar!
De bloggers van Ikzegookmaarwat doen even wat anders dan bloggen. Vanaf 7 januari kunt u weer bijdragen verwachten. We wensen iedereen heel fijne feestdagen toe en alle goeds in het nieuwe jaar!
In mijn favoriete televisieprogramma Bed&Breakfast (B&B-eigenaren logeren bij andere B&B-eigenaren en betalen voor de kamer wat zij die waard vinden) gaf een van de logés als tip – het programma is immer positief – eens naar het doucheputje te laten kijken: “We werden wakker doordat de buren onder de douche stonden en wij het water hier hoorden pruttelen.” B&B-houdster Thea uit het Midden-Limburgse kerkdorp Roggel reageerde onmiddellijk met: “Dat is een euvel ja.” Euvel voor fout, gebrek of mankement, dat hoor je niet vaak (meer). Je komt het nog wel tegen in de verontschuldiging ‘Duid het me niet euvel’, dat ‘Neem het me niet kwalijk’ betekent. Van Thea geen excuses, sterker nog, er was “niks meer te doen” aan dat pruttelende putje. Ze zette er overigens een uitstekend ontbijt tegenover.
Mijn eigen school! Ik huil….
“Liebe Kunden und Kundinnen” (klanten), begint de luidspreker van het Duitse warenhuis zijn mededeling over de aanbieding van de dag.
Ik ben een poosje in Duitsland en het valt me op dat vrouwen en mannen hier consequent allebei worden aangesproken. In geschreven taal gebruikt men meestal een underscore-teken om aan te geven dat men zowel mannen als vrouwen bedoelt: Kund_innen, Künstler_innen. Niet mooi, wel duidelijk.
Voor Nederlanders komt dit een beetje omslachtig over. Wij gebruiken het liefst neutrale beroepsaanduidingen. Ook de Duitse studenten die ik ernaar vroeg, vonden het niet zo nodig. ‘Ik wil Journalist worden, geen Journalistin,’ zei een studente.
Maar toen ik deze week deze NRC-column van Japke-d Bouma las, veranderde ik van mening. Ze citeert taalwetenschapster Ingrid van Alphen, die onderzoek doet naar taal- en gendervraagstukken. En het blijkt dus wél uit te maken hoe je iemand noemt. Zo solliciteren vrouwen eerder als in een vacaturetekst naar een loodgieter/loodgietster gevraagd wordt en blijken meisjes in hun hoofd een beroep ‘over te slaan’ als alleen de mannelijke functienaam genoemd wordt.
Met onze goedbedoelde ‘neutrale’ aanduidingen blijken we de emancipatie in de weg te staan. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik noem mezelf voortaan docente in plaats van docent.
Niet het leukste begin van een les Tekstschrijven: bij het opstarten van PowerPoint ontdekken dat het projectiescherm op zwart blijft. Gelukkig komt de vliegende kiep van de technische dienst snel om het euvel te verhelpen. Intussen vertel ik de eerstejaars dat tijdens mijn allereerste les Tekstschrijven hetzelfde gebeurde en ik met klotsende oksels het college uit mijn hoofd moest geven. “U had zwoksels!” roept een studente vrolijk.
Zwoksels. Een samentrekking van zweet en oksels. Briljant in zijn eenvoud. Na de les leert een korte speurtocht op internet dat de term zwoksels al zeker vier jaar gangbaar is. Sites als het straatwoordenboek en Urban Dictionary maken er melding van. Een columniste van de Limburger schreef er in 2014 over. In het klaslokaal heerst die ochtend verbazing over mijn onwetendheid: “Wat? Kent u zwoksels niet?” “Je kunt ook last hebben van een zwanus!” roept een andere student. Een derde vult aan: “Of van een zwut!”
Ook treffend (en nogal goor), maar niet zo pakkend als zwoksels, vind ik.
Recente reacties