“Liebe Kunden und Kundinnen” (klanten), begint de luidspreker van het Duitse warenhuis zijn mededeling over de aanbieding van de dag.
Ik ben een poosje in Duitsland en het valt me op dat vrouwen en mannen hier consequent allebei worden aangesproken. In geschreven taal gebruikt men meestal een underscore-teken om aan te geven dat men zowel mannen als vrouwen bedoelt: Kund_innen, Künstler_innen. Niet mooi, wel duidelijk.
Voor Nederlanders komt dit een beetje omslachtig over. Wij gebruiken het liefst neutrale beroepsaanduidingen. Ook de Duitse studenten die ik ernaar vroeg, vonden het niet zo nodig. ‘Ik wil Journalist worden, geen Journalistin,’ zei een studente.
Maar toen ik deze week deze NRC-column van Japke-d Bouma las, veranderde ik van mening. Ze citeert taalwetenschapster Ingrid van Alphen, die onderzoek doet naar taal- en gendervraagstukken. En het blijkt dus wél uit te maken hoe je iemand noemt. Zo solliciteren vrouwen eerder als in een vacaturetekst naar een loodgieter/loodgietster gevraagd wordt en blijken meisjes in hun hoofd een beroep ‘over te slaan’ als alleen de mannelijke functienaam genoemd wordt.
Met onze goedbedoelde ‘neutrale’ aanduidingen blijken we de emancipatie in de weg te staan. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik noem mezelf voortaan docente in plaats van docent.
Allemaal leuk en aardig, maar een secretaris is toch echt iets anders dan een secretaresse, zowel in functie als in salaris en (dus ook) in aanzien.
Zo zijn er vast nog wel meer te vinden.
In haar column pleit Bouma ervoor creatief te zijn in deze gevallen. Ze stelt staatssecretarista voor 😀
Maar wat wordt een vrouwelijke barista dan? Baristesse?
Ja! Of baristarista of baristarin of baristaranda.
Hmm, ik hou het denk ik toch maar op koffiejuffrouw dan 😉
Kassier en caissière is ook zo’n paar.
Vaak zie je het woord stagiaire gebruikt voor zowel mannen als vrouwen, maar voor mannen is het stagiair.
Hits met Google:
Stagiair 3.360.000
Stagiaire 24.900.000
Zijn er echt ongeveer 7 1/2 keer zoveel vrouwen als mannen die stage lopen?