Selecteer een pagina

Onlangs appte ik collega Machteld dat ik onze kast even ‘nepdicht’ had gedaan. Het woord klopt misschien niet letterlijk, maar de betekenis was duidelijk: gesloten, maar niet op slot.
“Mooi: nepdicht”, appte Machteld terug. En eerlijk, zelf ben ik ook wel gecharmeerd van m’n nieuwe woord. Het past ook nog eens helemaal in de huidige tijd waarin fake ons om de oren vliegt ;-).
Voor de herkomst van het woord ‘nep’ moeten we terug naar de achttiende eeuw. Een van de verklaringen is namelijk dat het is ontleend aan het Duitse Nepp (bedrog, namaak). Dat zelfstandige naamwoord is afgeleid van het werkwoord neppen (bedriegen) dat zelf weer ontleend is aan het Duits Bargoense neppen, nappen (iemand oplichten, plukken).

Overigens gaat onze kast nu steeds weer potdicht. En dat is niet gelogen.