Selecteer een pagina

Woord van de dag: belschuw

De generatie van onze studenten is vergroeid met hun telefoon. Ze zijn altijd online, swipen, klikken, tikken. Ze kijken series, daten, appen. Ze gebruiken hun telefoon als klok, camera, pinpas. Het enige waar ze hun telefoon eigenlijk niet voor gebruiken, is bellen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel studenten op hun stage grote moeite hebben met bellen. Sommige hebben zelfs regelrechte belangst. Ze vinden het niet alleen moeilijk om iemand zomaar op te bellen, maar weten vaak ook niet zo goed hoe je een zakelijk gesprek voert. Logisch. En lastig omdat je op vrijwel elke stage veel moet telefoneren.

In het stageverslag dat studenten na de stage inleveren, schrijven ze vaak dat ze – zelfs bij de meest fantastische stage – het meest geleerd hebben van het bellen. Vandaag las ik: “Ik was in het begin (net zoals bijna alle millennials) een beetje belschuw.” Prachtig woord. Gelukkig kwam het ook bij deze student in de loop van haar stage helemaal goed.

Nu nog een nieuw woord voor mobiele telefoon. Want is het eigenlijk niet gek dat het nog steeds telefoon heet als je er toch niet mee belt?

 

“Bewaker”

En ja hoor: daar kom ik het foutief gebruikte woord “bewaker” in het “echt” tegen. En wel op de site van onze eigen NOS. Het artikel gaat over het relletje van de Nijmeegse clubs en cafés waar op verschillende heren-wc’s camera’s zijn ontdekt. De NOS parafraseert een medewerker van een discotheek die zegt dat de camera’s dienen voor “de bewaker”.

Er ging toen direct een belletje rinkelen bij mij aangezien de studenten van mijn schrijfklasjes dol zijn op het woord “bewaker”. Het stikt er van in cafés en discotheken, van die “bewakers”.

Als ik denk aan een “bewaker”, zie ik iemand met een geweer in zijn handen die een gevangenis bewaakt, of een kazerne. Een cipier is ook een bewaker. Iemand met een gezellige rammelende sleutelbos. Maar discotheken en cafés worden doorgaans niet bewaakt (behalve uiteraard in landen waar de kans op terroristische aanslagen wat groter is dan normaal).

Waarom dan toch die liefde voor het gebruik van het woord “bewaker”? Ik vermoed omdat er geen mooi woord is dat de lading beter dekt. “Iemand van de beveiliging”, zou kunnen, maar dat is dus niet een woord. Of “beveiliger” sec, maar dat woord associeer ik ook meer met iemand die de strategie bepaalt voor de beveiliging van een gevoelig militair object, of iemand die een politicus beveiligt omdat die wordt bedreigd.

“Beveiligingsmedewerker” klinkt weer te soft, “uitsmijter” is  te lomp. In de jaren tachtig, toen had je pas uitsmijters, stevige kerels met kale koppen die zich erop verheugden om iemand de tent uit te kunnen slaan en die tamelijk intimiderend hun fooi opeisten: “We zijn toch niet de portier vergeten?” Maar “bewaker” klopt al helemaal niet. Want bezoekers van een café hoeven niet “bewaakt” te worden.

Net zo merkwaardig, maar dan van een geheel andere orde, is het gebruik van het woord “richting”. Studenten schrijven zinnen als: “Hij liep ‘richting’ zijn kamer.” Of: “Hij fietste ‘richting’ zijn huis.” Het woord “naar” lijkt bij sommigen volledig uit het vocabulaire verdwenen.
Ik geef dan altijd als commentaar dat je “richting het noorden” loopt, als je bij voorbeeld net uit een gecrasht vliegtuig bent gekropen en je ongeveer weet waar de bewoonde wereld is. “Richting” is niet helemaal helder, “naar” is doelgericht. Je kunt “richting” je hotel lopen als je bij voorbeeld ’s nachts stomdronken door een vreemde stad dwaalt en je ergens met je zatte hoofd een vermoeden hebt van waar je hotel zich bevindt.
Waarom studenten “richting” gebruiken in plaats van het toch tamelijk voor de hand liggende “naar”? Geen idee.

Bijzondere woorden

Je komt nogal eens wat bijzonderheden tegen in het schrijfwerk van studenten. Laatst nog, refereerde een tweedejaars in haar artikel aan de revolutietheorie. Voor een afstudeerder was dat ene onderzoek een echte blikopener geweest. En in een interview van een propedeusestudent had de hoofdpersoon innerlijk samengewerkt met zijn neef.

We lachen wat af op de docentenkamer. Maar ik moet toegeven dat ik er zelf vroeger ook wat van kon. Ik ben namelijk als puber best lang indolent geweest van Stevie Wonder. Mijn vroege culinaire creaties waren vaak een moesmengseltje van vreemde ingrediënten. En als iemand schoot, dan deed hij dat niet met losse flodders, maar met minutie.

Ik maak me sterk dat izomw-bezoekers ook wel wat leuks op te biechten hebben. Dus: kom maar door in de reacties!

Verneukend

De Leidse hoogleraar Remco Breuker nam onlangs deel aan een rondetafelgesprek met leden van de Tweede Kamer. Het thema was verscheidenheid in de wetenschap. Een van de discussiepunten: kun je als wetenschapper nog onderzoek doen naar gevoelige thema’s zonder gedoe te krijgen? Volgens Breuker kan een onderzoeker die een gevoelige snaar raakt, problemen krijgen met vervolgfinanciering.

“Dat is verneukend voor diversiteit van het onderzoek en impact ervan”, aldus Breuker. Althans, dat stond in een verslag op DUB, de nieuws- en opiniesite van de Universiteit Utrecht. Maar Breuker kon zich niet herinneren dat woord ‘verneukend’ te hebben gebruikt, zo meldde hij op Twitter.

Het persbureau dat verantwoordelijk was voor het verslag ging op onderzoek uit. En inderdaad, Breuker had iets anders gezegd…