Selecteer een pagina

Woord van de dag: charisma

De opleidingen waar wij als docenten aan verbonden zijn, trappen het nieuwe collegejaar altijd af met een gastspreker. Dat gebeurt op de maandag voordat de colleges van start gaan, met alle docenten. Inspiration Monday heet dat evenement, want waarom Nederlands gebruiken als het ook in het Engels kan?

Dit jaar stond schrijver en oud-politicus Jan Terlouw op het programma. Ik zal eerlijk toegeven: ik was wat sceptisch. Wij als hippe en dynamische opleidingen ons iets laten vertellen door een 87-jarige?

Die scepsis bleek afgelopen maandag geheel onterecht. Jan Terlouw kreeg een hoorcollegezaal vol docenten een uur muisstil, en ik kan u vertellen: dat lukt vrijwel niemand. Het ging over verhalen vertellen, waarheidsvinding, klimaatverandering, vertrouwen, de maatschappelijke opdracht van het onderwijs, de rol van docenten en nog veel meer.

Terlouw imponeerde: erudiet, welbespraakt, bevlogen, met humor, belangstellend. Zelfs collega’s die jeuk krijgen zodra de naam D66 valt, waren onder de indruk. “Een man met charisma”, merkte iemand op, met recht.

Iemand met charisma heeft uitstraling, een persoonlijke aantrekkingskracht. Het woord komt volgens de Etymologiebank van het Griekse khárisma, dat ‘genadegave’ betekent. Het had aanvankelijk een religieuze betekenis, de term voor de gaven die de Heilige Geest geeft, zoals het genezen van zieken. Later kreeg het ook de meer algemene betekenis van ‘gezag ontleend aan persoonlijke uitstraling’.

Jan Terlouw voor de collegezaal

De docenten wilden na afloop graag met Jan Terlouw op de foto. (foto: Doeta Aartsma)

 

Optyfen

Zo, daar zijn we weer. Uitgerust van een zalige vakantie (joe, het onderwijs) waagde ik me vanochtend na vijf weken weer op het Amsterdamse fietspad. En kon nog nét stoppen voor twee Spaanse toeristen met een Amsterdammuts die stoned en gierend van de lach uit hun Airbnb kwamen rollen met een koffer met een onwillig wiel. De man achter mij op het fietspad zag ze te laat en schampte de koffer waarbij hij zijn knie bezeerde. In tegenstelling tot de Spaanse jongens vond hij dat totaal niet grappig: “Optyfen! This is a fietspad, yes? For the bike. Oprotten, oplazeren, wegwezen.”
De toeristen kregen nu echt de slappe lach maar bereikten gelukkig toch de stoep met hun koffer.
Maar de man was nog niet klaar: “Sodemieter op, klojo’s. Opflikkeren. Weg! Smeer m! Moven. Hoepel op.”
Waarop deze synoniemenkoning zelf gelukkig ook afnokte, de plaat poetste, zich wegscheerde, opstapte en verdween.
Zelf zwaaide ik nog even naar de Spanjaarden (adios jongens), ging weer eens verder, taaide af, koos het hazenpad en vertrok.
Nu ben ik wel weer aan vakantie toe.