Het was een verdrietig moment in het duel tussen WSC en JEKA (2-1) in de Zondagcompetitie 2e klasse E van 3 november jongstleden. Het stond nog 1-1 toen een van de JEKA-spelers in het gezicht werd geslagen door een speler van WSC. “De scheidsrechter zag het, maar gaf onbegrijpelijk slechts geel. Dat moment leek in de koppies te gaan zitten”, sprak JEKA-trainer Bas Liebregts na afloop tegen een verslaggever van BN De Stem.
“In de koppies zitten”, het is een uitdrukking die voorbehouden lijkt aan het jargon van de voetbaltrainer. Ermee wordt bedoeld dat door een incident, of door een reeks nederlagen, er zich onbewust een collectief gevoel van defaitisme in de hoofden van de spelers lijkt te hebben genesteld. Dat “er niet meer in geloven” kan dus slechts één wedstrijd duren, maar ook een langere periode, en soms een heel seizoen.
“Je zag de angst in de koppies kruipen”, is er eentje in hetzelfde genre. Of: “Na de goal in de 80e minuut zag ik de koppies bij de jongens een beetje gaan hangen, want je bent zo dichtbij een succesmoment en dan valt het weg. Als je dan, toch onverwacht, nog gelijk maakt, is dat heel erg lekker”, aldus Ferry van der Meulen, hoofdtrainer van GeuzenMiddenmeer na het gelijkspel van zijn team uit tegen Pancratius in www.hetamsterdamschevoetbal.nl.
Toch heeft het iets infantiels, dat gebruik van het woord “koppies” voor volwassen mannen in de bloei van hun leven. Plotseling lijken het weer f’jes die aanvankelijk dartel over het veld huppelen om dan in een stromende ijsregen met 15-0 te worden afgedroogd waarna ze met “hangende koppies” en betraande oogjes de troostende armen van hun ouders opzoeken. Het tekent de verhouding tussen de coach en zijn spelers, als die van een vader en zijn zoons.
In het vrouwenvoetbal ben ik de uitdrukking nog niet tegengekomen. “Koppies” past om een of andere reden minder bij meisjes dan bij jongens. En hoewel infantiel, heeft het ook iets liefs dat “koppies”, en is het ook niet gespeend van enige tragiek. Jaap Stam, voormalig hoofdtrainer van Feyenoord, zag vaak “hangende koppies” van het veld komen. Na verloop van tijd begon zijn indrukwekkende kop ook steeds meer te hangen. Het lukte hem niet om “het” uit de koppies te krijgen. Stam werd ontslagen. En daar is niks kinderachtigs aan.
“Toch heeft het iets infantiels, dat gebruik van het woord “koppies” voor volwassen mannen in de bloei van hun leven”.
Je hebt het dan ook over een infantiel spelletje.
Volwassen mannen wier professionele activiteit bestaat niet uit ontwerpen als een ingenieur, financieren als een bankier, onderrichten als een docent of zelfs gewoon schoonmaken als een poetsvrouw (m/v/x) of opdienen en afruimen als een ober doch … tegen een bal trappen als een stel overjarige pubers.
Wat verwacht je nou eigenlijk? Afgezien van “Elk voordeel heb ze eige nadeel” moet je niet veel prozaische uitspraken verwachten in dat wereldje.
Nou goed, kennelijk zag je dat zelf ook wel in blijkens de rest van je betoog: “Plotseling lijken het weer f’jes die aanvankelijk dartel over het veld huppelen om dan in een stromende ijsregen met 15-0 te worden afgedroogd waarna ze met “hangende koppies” en betraande oogjes de troostende armen van hun ouders opzoeken. Het tekent de verhouding tussen de coach en zijn spelers, als die van een vader en zijn zoons”.
Ik heb een voetballende dochter, en ik weet nu echt helemaal zeker dat voetbal iets meer is dan tegen een balletje aan trappen. Je hebt voetballers die daadwerkelijk “zien” hoe het spel in elkaar steekt, die een intelligent begrip van “ruimte” hebben, die nadenken over de kwaliteiten en zwaktes van medespelers en daarop anticiperen. Je hebt intelligente voetballers die lui zijn, dommere voetballers die hard werken, getalenteerde voetballers zonder moraal, slimme voetballers zonder talent etc. Het is echt een prachtige sport.
Het loutere feit dat een meer intelligente deelnemer er ceteris paribus beter in zal zijn dan een andere is nogal evident en wil daarom nog niet zeggen dat het in wezen geen infantiel spel zou zijn.
Nu is welhaast niemand permanent perfect rationeel, ook in zijn vrije tijd, dus je hoeft je heus niet te schamen voor je tienerdochter. Wees blij dat ze zich vermaakt door 1 a 2x per week wat stoom af te blazen op het veld (ongeacht of dat nou met voetbal, handbal, basketbal, hockey, tennis, golf of welk andere infantiel spel dan ook zou zijn). Ik heb ook wel eens geskied, gesquasht en gepingpongd – als hobby. Maar het volstaat om naar de gemiddelde profesionele sportman of coach te luisteren om te weten wat voor figuren er hun carriere van maken. Wat verwacht je nou van lui die hun leven wijden aan het spelen van een spel: dat het grote filosofen zijn? Misschien als het een puur intellectueel spel betreft zoals schaken maar van de doorsnee voetballer zijn mijn verwachtingen niet bijster hooggespannen.
Maar laat zulke beschouwingen je dochters plezier in haar vrije tijd vooral niet in de weg staan. Mijn dochtertje van 3 kan ook geen bal zien zonder zich de volgende Luis(a) Suarez te wanen 😉