Selecteer een pagina

Omdat ik als docent tekstschrijven natuurlijk de vakliteratuur bijhoud, blader ik regelmatig door glossy’s als Beau Monde, Elle en Marie Claire. Beroepsmatig werk ik me dan door een interview met Estelle hier, een portret van Leontine daar (lullig hè, van de scheiding), de garderobe van Sylvie zus en een sfeerreportage van Doutzens ontslakkingskuur zo. Na deze vaak wat academisch aandoende kost volgen gelukkig de beautyrubrieken. Naast crèmes van een half maandsalaris (‘een diepte-investering’) vind je daarin limited edition eye shadow palettes, must-have mascara’s om je lashes een zekere oomph te geven en signature lipsticks om je pout te maximizen. Heerlijk vakjargon. Geen idee wat er staat.

Hoewel? Als lezer krijg je wel een bepaald gevoel bij dit soort glitterlingo. Een flawless smokey eye wordt geassocieerd met een diner in een chique restaurant, zo is de gedachte. Een ‘zwart streepje over je wimperrand’ doet daarentegen denken aan bloemkool met aardappelen en een schaaltje vla toe. Je zou het een vorm van beeldend schrijven kunnen noemen: fancy taalgebruik om de lezer een zeker mondain gevoel te bezorgen.

De ongekroonde verkoopkoning van dit gevoel is, wat mij betreft, de tekstschrijver in dienst van parfumerie Skins. Kennelijk krijgt hij de opdracht om exclusieve geuren van een uitgebreide omschrijving te voorzien – en dat laat ‘ie zich geen twee keer zeggen.

Zo las ik over ‘een huisgeur die een explosie van sensualiteit belichaamt’, wat niet eens slecht uitkomt op Valentijnsdag. Ook ben ik benieuwd naar de kaars die de kamer van een geur voorziet ‘welke comfort en luxe met zich meebrengt’, niet de verwarren met de kaars die een ‘houtachtige geurnoot’ [heeft] ‘met fruitig, bitter en taart-akkoorden’. Met stip bovenaan mijn verlanglijstje staat een parfum (à 255 euro) dat als ‘een huwelijk tussen twee moderne silhouetten’ [is], ‘sterk geworteld in de geest van de tijd. Een ware wervelwind van de zintuigen.’ Zie dat nog maar eens te weerstaan! De taalfouten vergeef ik de schrijver met liefde.

Dat beeldend schrijven niet alleen is voorbehouden aan verfijnde woordkunstenaars bewijst Bart Kaas, marktkoopman op de Albert Cuypmarkt, die aldaar (u raadt het al) kaas verkoopt. Toen ik daar laatst in de rij stond voor een pondje belegen, viel mijn oog op een kartonnen bord met daarop: ‘Boeren Gaten Kaas. Met zo’n ouderwetse stalsmaak’. Het beeld dat dát oproept heeft vooral te maken met de binnenkant van de wc-pot.