Selecteer een pagina

Een etalage van een ouderwetsige modezaak prijst truien aan met het bordje: ‘vlotte jumpers’. Nou, dan heb je me hoor. Jumper! Ik dacht dat het woord totaal was uitgestorven.

Een jumper is een damestrui, niet te verwarren met een jumpsuit. Dat is een overall, niet voor op de trekker maar een hippe voor naar je werk. Het woord jumper komt al sinds het begin van de twintigste eeuw voor in het Nederlands. Je spreekt het uit met een Nederlandse j, jumpsuit spreek je uit als djumpsoet. Het zijn allebei kledingstukken om makkelijk aan te schieten (je springt er zo in) , maar die jumpsuit moet je bij elk plasje natuurlijk wel weer helemaal uit doen.

En dan dat heerlijke ‘vlot’. Wij kennen het woord vlot als een drijvend gevaarte. Maar onze opa’s en oma’s gebruikten het om hun waardering uit te drukken: een vlot meisje met een vlotte jumper en een vlotte paardenstaart. Ze bedoelden natuurlijk gewoon ‘chill’. Mieters, hè?