Mijn studenten moeten voor mijn module Creatief Schrijven een “coronablog” schrijven. Om ze op ideeën te brengen, liet ik ze tijdens mijn online les in “the virtual classroom” gebeurtenissen noteren die ze de laatste weken hadden meegemaakt die direct of indirect met de coronacrisis te maken hadden. Ik legde ze uit dat het heus niet allemaal drama hoefde te zijn. Ook iets kleins, als een plotseling aangewakkerde liefde voor wandelen, was in feite al voldoende.
Ze mochten hun ideeën mailen. Daarna kregen ze allemaal even een beurt om een enkel idee toe te lichten. En wat bleek? Verrassend veel studenten hielden zich de afgelopen weken bezig met geestelijke zaken. Een student vond hernieuwde kracht in haar joodse geloof na het vieren van een online Seideravond (de start van het joodse paasfeest) in Zoom, een andere student vond rust en bezieling in “het kleine”, in het besef dat het tempo van de wereld plotseling vrij sterk was gedaald, weer een andere student leerde plotseling haar huisgenoten kennen, meisjes met wie ze al twee jaar samenwoonde maar die tot een paar weken terug dan wel geen vreemden waren, maar ook niet veel meer dan bekenden.
Bijna allen herkenden het gevoel dat wij mensen in deze tijd plotseling teruggeworpen worden op onszelf. Dat ervoeren ze niet als negatief. Ik liet ze een verhaal van mij lezen over een wandeling die ik zelf afgelopen week maakte. Ze moesten in de tekst de actie onderstrepen, de beschrijvingen en de contemplatie. Ik liet ze eerst het woord “contempleren” opzoeken. Een prachtig woord, vind ik, in de klank lijkt de onstoffelijke betekenis al besloten te liggen.
Onzetaal.nl legt het als volgt uit:
Contempleren ligt dicht bij mediteren: je bent het leven en de dingen innerlijk aan het overdenken, aan het beschouwen. Een bepaalde mate van (fysieke) afzondering is daarbij wel handig, en die afzondering ligt deels al in het woord contempleren zelf besloten: daar zit namelijk het Latijnse woord voor ‘tempel’ in, templum, en dat betekent in feite een ‘afgebakende ruimte’. In de Romeinse tijd was zo’n templum de plek waar priesters de vlucht van vogels bestudeerden om zo voorspellingen te kunnen doen. Later werd een tempel een heilige ruimte waar je afgezonderd was van de dagelijkse beslommeringen.
Prachtig, wanneer je contempleert maak je dus eigenlijk een tempel van je eigen hoofd. Ik moest denken aan een “gebeurtenis” die ik zelf ooit meemaakte ergens begin jaren negentig. De beroemde Engelse avonturier en reisschrijver Redmond O’ Hanlon signeerde zijn nieuwste werk in boekhandel Scheltema in Amsterdam. Ik had een boek van hem gelezen dat ik ter signering had meegenomen: Tussen Orinoco en Amazone – het enige wat me van het boek nu is bijgebleven is de angst van de schrijver voor een of ander minuscule visje dat tijdens het plassen in de rivier je urinebuis in kon zwemmen om aldaar zijn eieren te leggen.
Ik vertelde O’Hanlon een beetje beschaamd dat ik heel weinig had gereisd in mijn leven, sowieso nooit buiten Europa was geweest en in Europa zelf ook maar een beperkt aantal landen had bezocht. Hij schreef in mijn boek: For Binnert, who only needs his mind to travel the world. Of woorden van gelijke strekking, ik ben het boekje helaas kwijtgeraakt. Er zat iets heel geruststellends in die woorden.
Dat reizen in hun hoofd, dat is wat mijn studenten nu ook ervaren wanneer ze contempleren over hun leven. Ik ben benieuwd naar de werelden die ze daar aantreffen. Wie weet nemen ze er iets positiefs van mee naar de echte wereld, voor na de coronacrisis.
Contempleren “op” hun leven? Op een bergtop, op een zeilschip, enz., OK, maar “op mijn leven”, lijkt me redelijk moeilijk. Ik zou liever gaan voor “contempleren over”. Het is niet omdat bij de bespreking in Onze Taal “zich richten op” staat als mogelijk synoniem, dat “op” ook het best denkbare voorzetsel is bij contempleren, toch?
point taken
Moody Blues:
And you can fly
High as a kite if you want to
Faster than light if you want to
Speeding through the universe
Thinking is the best way to travel
It’s all a dream
Light passing by on the screen
And there’s you and I on the beam
Speeding through the universe
Thinking is the best way to travel
We ride the waves
Distance is gone, will we find out?
How life began, will be find out?
Speeding through the universe
Thinking is the best way to travel
And you can fly
High as a kite if you want to
Faster than light if you want to
Speeding through the universe
Thinking is the best way to travel
In het normale leven kon ik als zelfstandige thuiswerker altijd volop contempleren. Maar t.g.v. de coronacrisis zijn de creches gesloten dus zit ik niet meer in isolement (8u/dag) doch is er juist sprake van gedwongen cohabitatie met een peuter die je veiligheidshalve voortdurend in de gaten moet houden en een (nogal luidruchtige) kleuter. Sindsdien is het dus gedaan met men dagelijkse contemplatie (waar ik evenwel grote behoefte aan heb). Niet regelmatig kunnen contempleren is iets wat ik niet lang meer vol kan houden. Ik hoop dat de creches snel weer openen.
Ik prijs me met het geluk van twee puberdochters van 15 en 13 die zeer weinig aandacht vragen. Sterkte.
Dank u, Binnert, voor het medeleven.
Ik zat nog even te contempleren…
Zoals beschreven in uw Auto-Biografie zat u op een middelbare school vol klasgenoten die wegens vaders loopbaan als diplomaat of bij “de” Shell meerdere jaren in het buitenland hadden gewoond, vaak ook buiten Europa.
Pubers kennende, deden ze daar allicht nogal pocherig over.
Uit het boek bleek dat “moeder de Barones” al bij al niet zo welstellend was als de buitenwereld vermoedelijk blindweg aannam en nu blijkt dus dat u destijds maar weinig reisde, zelfs binnen Europa. Dan moet de dikdoenerij van de patsers des te irritanter voor u geweest zijn, neem ik aan.
Maar wellicht vond u hun verhalen en ervaringen anderzijds toch ook wel interessant en was dat de reden waarom u graag werken van reisschrijvers las.
Heeft dit op latere leeftijd ertoe geleid dat u meer en verder bent gaan reizen?
En zo ja, wat was dan de beweegreden?
Zelf vind ik reizen nl. slechts interessant als het op enigerlei wijze nuttig in mijn toekomstige leven zou kunnen zijn. Zo reis ik voor vakantie uitsluitend naar bestemmingen waarvan ik me vooraf kan inbeelden dat ik er -mits het inderdaad aan de verwachtingen voldoet- heel eventueel ooit zou kunnen wonen. Soms blijkt dat tegen te vallen, maar het punt is dat als ik van te voren al inschat dat ik nooit in een bepaald land zou kunnen wonen, ik dan ook niet geinteresseerd ben om er op vakantie heen te reizen “alleen maar” voor het lekker eten of de mooie natuur.
Kortom: de reis moet een doel dienen, nl. bevestigen (of ontkrachten) dat ik heel misschien daar ooit wel eens zou kunnen wonen. Daarom dat ik behoudens genieten van zowel natuur als architectuur (en uiteraard de gastronomie), steeds let op prijzen van vastgoed, dagelijkse levenskost, kwaliteit van scholen en hospitalen etc. (ja ik bezoek die en praat erover met mensen) alsof ik het land onderzoek met het oog op emigratie erheen. Vervolgens verhuis ik heus niet prompt na afloop van mijn vakantie, maar leef ik met de geruststellende gedachte dat er nog een land is waarvan ik me kan inbeelden, er een leven te leiden.
Misschien komt die insteek van het feit dat mijn vader wegens WOII in het VK geboren werd omdat zijn familie tijdig de Nazi’s wist te ontvluchten.
Hoe dan ook: als ik reis, ben ik steeds een land aan het “scrutinizen”, voor het geval dat… en dan contempleer ik de toestand in de wereld en mijn toekomstige plan B.
En ik vroeg me dus af of u dit ook heeft.
Reizen zelf doet mij nl. steevast contempleren. Vandaar de vraag.