Mijn elfjarige buurmeisje leert Nederlands als tweede taal en omdat ik weinig zo leuk vind als taalles geven, help ik haar een beetje. Sinds een halfjaar werk ik elke week een uurtje met haar volgens een zelfbedacht ‘lesplan’: we lezen om beurten een stuk voor uit een boek naar (haar) keuze. Daarna laat ik haar een stukje schrijven, een korte samenvatting van wat we zojuist hebben gelezen. Soms werken we aan een schoolopdracht, bijvoorbeeld nieuwsbegrip of een spreekbeurt. En dan geef ik haar ook nog wat huiswerk mee: voor de volgende keer een paar hoofdstukken verder lezen en die hoofdstukken ook weer samenvatten.
Momenteel lezen we Harry Potter en de Steen der Wijzen. Mijn buurmeisje is er enorm enthousiast over en leest er met glanzende ogen uit voor. Vaak leest ze thuis wat verder vooruit, omdat ze het zo spannend vindt. Een grote hit dus, waar wat mij betreft één nadeel aan zit: de Nederlandse vertaling van de Harry Potter-boeken is prachtig, maar staat wel ramvol met uitdrukkingen.
Deze week begonnen we de les zoals altijd met het doorlezen van haar samenvatting. Mijn pupil had erg haar best gedaan en prachtige lange zinnen gemaakt. Ik stokte even toen ik las: ‘Draco ging weg en Muil pakte zijn benen’. Toen ik haar vragend aankeek, zei ze wat bedeesd: ‘Ja, hier begreep ik niet zo goed wat er gebeurde.’ ‘Ik weet het ook niet’, zei ik, ‘laten we maar even kijken wat er in het boek staat’. We bladerden naar de bewuste passage: Harry loopt ’s nachts door het Verboden Bos, samen met zijn aartsvijand Draco en de hond Muil. En alsof dat nog niet erg genoeg is, duikt er ook nog een griezelige gedaante op uit het struikgewas.
‘AAAAAAAAARG! Malfidus slaakte een vreselijke kreet en nam de benen – net als Muil.’
Ze zat er zo dichtbij – ja, Draco ging weg, maar wat was er nou met die benen …?
In hetzelfde hoofdstuk kwamen we vervolgens ook tegen: ‘iemand in de luren leggen’, ‘een fluitje van een cent’ en ‘hij gaf geen krimp’. Toen stelde ze mij ook nog de gevreesde vraag: ‘Hoe weet je eigenlijk wanneer het de of het is?’, en nu kan ik het stiekem alleen maar met mijn buurmeisje eens zijn: wat is Nederlands soms toch móéilijk.
Als jouw anderstalige buurmeisje de (dikke) boeken van Harry Potter kan lezen en vrijwel alleen moeite heeft met de uitdrukkingen, dan blijkt dat het Nederlands kennelijk juist niet zo moeilijk is, want het is geen heel eenvoudig Nederlands en mijn kinderen, die ook dol op de boeken waren, zullen veel uitdrukkingen toen ook voor het eerst zijn tegengekomen. Dan ga je opzoeken wat ze betekenen, heeft niets met een moeilijke taal te maken, maar met kennis, knowledge!
[ Vandaag bestaat Wikipedia (pas) 20 jaar. Ik ben er dol op en zeg weleens, ‘Google is mijn vriend en met Wikipedia ben ik getrouwd.’. ‘Wiki’ betekent ‘snel, bewegelijk’ in het Hawaïaans. Ik heb zelf drie lemma’s over personen aan Wikipedia toegevoegd en een beknopte biografie over hun geschreven. ]
Ik sluit me hierbij aan.
Elke taal heeft wel enkele geijkte uitdrukkingen. Da’s een kwestie van memoriseren.
Wat een taal m.i. moeilijk maakt, is de complexiteit van haar grammatica.
Het Nederlands kent geen naamvallen (zoals het Duits of het Latijn) en heeft noch een subjunctief (zoals nagenoeg alle Romaanse talen) noch een conjunctief (zoals het Duits).
Bovendien is het geen taal waarbij eenzelfde woord vier (of meer) totaal verschillende betekenissen kan hebben, naar gelang de toonhoogte waarop het wordt uitgesproken (zoals bv. in het Mandarijn, en vele andere Aziatische talen).
Ik heb geen oordeel over de meeste van de duizenden talen op deze wereld die ik niet ken, maar van degene die ik wel ooit geleerd heb, beschouw ik alleen het Engels als makkelijker. Sommige andere kunnen mogelijk makkelijker zijn op 1 bepaald punt (bv. Chinese grammatica) maar zijn dan weer een hel op andere punten (i.g.v. Chinees: de uitspraak en het lezen en vooral schrijven van de karakters).
Al bij al ben ik van mening dat, na Engels, het Nederlands vermoedelijk 1 van de makkelijkste talen is om te leren.
Goed, de vraag is natuurlijk voor wie. Zo zal Chinees mogelijk niet zo moeilijk zijn voor een Koreaan. Maar dan nog blijft Nederlands, ook voor een Koreaan, onmiskenbaar makkelijker dan Duits, of dan de meeste Romaanse talen. Wellicht dat er onder de Germaanse talen enkele makkelijker zijn dan Nederlands. Geen idee of bv. Zweeds makkelijker is voor een Spanjaard of een Koreaan dan Nederlands. Zou best kunnen.
O.b.v. de jaarlijkse IKEA-catalogus is menigeen mogelijk al bekend met een heel vocabularium… 😉