Ik ben een kakker. Geboren en getogen in het lommerrijke Gooi. Oké, we woonden in een vrij gemiddeld rijtjeshuis, mijn ouders hadden geen dikbetaalde banen, ik kan me niet herinneren dat ik mijn moeder ooit een parelketting heb zien dragen, mijn vader weet nauwelijks hoe hij een golfclub moet vasthouden en reed rond in een Ford Escort. Daarbij heb ik nooit gehockeyd en toen ik zestien werd kreeg ik geen Vespa, maar een cadeauset van The Body Shop.
Goois meisje? Mwah. Toch word ik mijn hele leven al zo gezien: ik praat nu eenmaal met een Gooise r.
De manier waarop je praat en de woorden die je (al dan niet) gebruikt zeggen iets over waar je vandaan komt. Dat kun je geografisch interpreteren – iemand uit Maastricht heeft een andere tongval dan een Tukker of een Amsterdammer – maar kan ook verwijzen naar de sociale groep waartoe je jezelf rekent.
Dat leidt soms tot pijnlijke situaties. Denk aan de beruchte ‘dad jokes’ (jolige vijftiger die aansluiting zoekt bij een stel pubers door knipogend een schuine woordgrap te maken), maar ook aan Dave Roelvink, die onlangs een bijzonder staaltje participatiejournalistiek liet zien door een keer of 97 ‘Wajo ouwe!’ te roepen tijdens de coronarellen op het Museumplein. Overdreven straattaal voor zo’n bevoorrechte jongen, vond men op ‘de socials’.
Met woorden communiceer je niet alleen praktisch, maar laat je tegelijkertijd zien waar je bij hoort. Vaak ontstaan binnen gezinnen bepaalde woorden en grapjes die alleen de leden van dat ene gezin begrijpen: een mooie illustratie van de band die de ouders en kinderen met elkaar hebben. Maar ook studenten hebben hun eigen jargon, net zoals makelaars, beautybloggers en fanatieke kijkers van Wie is de mol?
Inmiddels woon ik al twintig jaar niet meer in het Gooi, maar die regionale r zit er diep ingebakken. Vroeger heb ik nog wel eens een halfslachtige poging gedaan om die uit mijn spraaksysteem te krijgen, maar tevergeefs. En ik vind het eigenlijk wel goed zo. Het heeft ook wel wat, dan hoor je nog iets terug van mijn geboortegrond. Ben ik toch nog gooiser dan ik dacht.
Goois meisje, staat aan het begin van de zin, dus hoofdletter. Zegt nog niks.
Gooise r, afgeleid van een geografische aanduiding, dus hoofdletter.
… gooiser dan ik dacht, huh?! Toch ook een geo, waarom hier dan geen hoofdletter?
Natuurlijk moet daar een hoofdletter aan, net als aan alle andere afgeleide woorden van geografische namen.
Dat bedoel ik dus, maar kennelijk heeft Anna nog geen commentaren gelezen.
Ach, mensen hebben vooral oor voor wat vreemd is, immers dat valt op en de rest is volgens hen “zoals het ook maar hoort te zijn”.
Na in 2 Vlaamse en 2 Nederlandse steden gewoond te hebben, kan ik overal met voldoende couleur locale spreken (dat gaat trouwens automatisch en onbewust) maar ook al doe je het 99% goed, zodra je 1 uitheems woord gebruikt, “val je door de mand”. De vraag is dus of dit gebeurt na 5 minuten, een uur of soms na enkele maanden dat iemand me kent.
Maar het zijn dan ook alleen locals die dat vaststellen over hun eigen stad of streek.
Bv. toen ik na enkele jaren in Den Haag te hebben gewoond in Rotterdam ging studeren, ging ik op de EUR gewoon als Hagenaar door het leven. Alleen als iemand zelf uit D-H kwam, zou ie vroeg of laat opmerken dat het niet klopte.
Nou goed, op ruim 10.000 km afstand lig je daar niet meer wakker van. Sinds ik in Zuid-Amerika woon, moet ik steeds uitleggen dat Frans niet de enige taal is in Belgie, doch slechts die van een minderheid. En dat we “in het Noorden” iets spreken wat erg lijkt op dat van in buurland Nederland. “Neen, het zijn geen 2 totaal verschillende talen: vergelijk het met Spaans van Spanje en dat van hier. Ondanks wat verschillen kan je niet zeggen dat het 2 verschillende talen gaat, doch eerder om 2 varianten van 1 zelfde taal”. Ah, OK, dan begrijpen ze het. En geen hond die hier wakker ligt van een Gooise r of een Antwerpse a.
En de geschiedenis herhaalt zich onbewust: aanvankelijk sprak ik bewust (of moedwillig?) correct Spaans zoals ik het ooit in Spanje geleerd had en verzette ik me vooral tegen de verschrikkelijke rioplatense uitspraak van de ll en de y. Maar na een jaartje of 3 betrapte ik me er plots op om de ll en y net zoals de locals uit te speken… zonder dat ik er ooit bewust voor gekozen had om het geweer van schouder te veranderen.
Ik ben geen taalkundige, maar ik denk dat je bij deze materie verschillende variaties kan onderscheiden. Je het een dialect, een streek- of plaatsgebonden tongval, je hebt een sociolect, dat zijn taaluitingen die gevormd worden door de sociale groep waar je toe behoort, bijvoorbeeld de lagere klasse, of dat je een man of een vrouw bent, jong of oud. Familie- of gezinstaal, maar dat is misschien niet helemaal een sociolect en je hebt ook nog een ideolect, de manier waarop een individu zich in een eigen taal uit, anders dan anderen. Ook zijn er nog etnolecten, de taalvormen gebaseerd op je etnische achtergrond, zoals bij Surinaamse-Nederlanders.
Tot slot zou je nog het register en het domein kunnen noemen waarin mensen onder bepaalde omstandigheden hun taal aanpassen. Een register is een aangepast taalgebruik als je bijvoorbeeld heel beleefd met een minister praat, of een jongen die even geen straattaal tegen zijn oma gebruikt. Een domein is de aan een bepaald vakgebied verbonden taal dat ook wel jargon wordt genoemd, bijvoorbeeld dat van juristen. Ik heb sterk de indruk dat de registers waarin mensen communiceren steeds meer aan het verdwijnen zijn, we praten steeds vaker tegen iedereen op dezelfde manier.
En nu de Gooise r, die is inderdaad ooit in Het Gooi ontstaan en is een vorm van een dialect met de sociolectische aspecten dat het met name voorkomt in de hogere klasse, meer bij jongeren dan bij ouderen en meer bij vrouwen dan bij mannen, maar de Gooise r heeft zich al lang geleden verder verspreid, niet over het hele land en zo sprak ik in Den Haag als tiener in de jaren zeventig ook al met een Gooise r (nu nog steeds), net als mijn mooie eerste vriendin destijds, maar die was geen Goois meisje, wel een ‘hockey-meisje’ dat in de jaren 80 wel een ‘alta’ werd genoemd, voor de sensuele eretitel Goois meisje moet je toch wel echt in het Gooi wonen, of hebben gewoond. Ik viel er wel op, op kakmeisjes. 🙂
Nog een dingetje. Het kinderkoor Kinderen voor Kinderen stond er vanaf het begin af aan om bekend door de Gooise r waarmee er werd gezongen. Inderdaad en dat kwam omdat alleen kinderen mee konden doen die in een straal van 15 kilometer van Hilversum woonden vanwege de repetities.
+
Een nieuwe lente, nieuwe schoenen.
Wim T. Schippers