Selecteer een pagina

Het collegejaar is bijna ten einde, de vakantie lonkt. Maar zowel studenten als docenten moeten nog even doorbijten. De laatste opdrachten worden afgemaakt, er staan nog wat tentamens op de rol. En die moeten ook nog worden nagekeken.

En dat na een collegejaar dat van studenten en docenten heel veel vroeg. We probeerden “de tent” zo goed mogelijk draaiende te houden, maar dat viel niet altijd mee. Studenten hebben het helemaal gehad met die online colleges, en dat geldt ook voor docenten.

“Colleges en vakken beginnen zo op elkaar te lijken”, verzuchtte een van mijn studenten. Ik kon haar vertellen dat docenten onder precies hetzelfde lijden: alle klassen en studenten beginnen op elkaar te lijken. Voor docenten hebben klassen vaak een bepaalde kleur (leuk, rumoerig, kritisch, passief), maar online merk je daar veel minder van. En dankzij de chatfunctie leer je als docent vrij snel namen kennen, maar welke student aan die naam verbonden is, daar kom je niet goed achter.

De slotweken van dit collegejaar vragen dus veel van het doorzettingsvermogen van studenten en docenten: de laatste loodjes wegen het zwaarst.

Dat spreekwoord behoort tot de bekendere spreekwoorden, maar opvallend genoeg staat de herkomst niet helemaal vast. Loodje is in dit geval een stukje metaal, maar in welke situatie wegen de laatste loodjes zwaarder dan voorgaande loodjes? Volgens Onze Taal vermelden de meeste spreekwoordenboeken dat de uitdrukking ontleend is aan het wegen met een weegschaal met loden gewichten, waarbij de laatste kleine gewichtjes, de laatste loodjes, de doorslag gaven. Maar het zou ook kunnen gaan om drukletters of om loodjes die in de lakenindustrie werden gebruikt.

En voor alle duidelijkheid: het is loodjes met een d en niet met een t. Lootjes, daar is weinig gewichtigs aan.