Selecteer een pagina

Eenmaal ingeschonken geniet ik van mijn koffie

Kees Momma, ik schreef eerder over hem naar aanleiding van de documentaire Het beste voor Kees, heeft een column in NRC: Het beste van Kees. Die van gisteren droeg de titel Pluk de dag (2). Hierin vertelt Kees – die autistisch is – wat hij zoal doet op een goede dag*. Hij tekent, luistert naar muziek en hij zet koffie (op de wijze van zijn grootmoeder). En dan maakt hij een fout (of eigenlijk: dan ziet de eindredactie van NRC een fout over het hoofd). Kees schrijft: ‘Eenmaal ingeschonken geniet ik van mijn koffie’. Dit is een foutief beknopte bijzin.

Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp, persoonsvorm en gezegde. Bijvoorbeeld: Wachtend op de trein, praatten ze met elkaar. Het onderwerp in de bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp in de hoofdzin – hier is dat dus ze. Je kunt ook zeggen: Terwijl zij op de trein wachtten, praatten ze met elkaar.
Wanneer dat onderwerp in de bijzin niet overeenkomt met het onderwerp in de hoofdzin, hebben we het over een foutief beknopte bijzin. Een voorbeeld dat we onze studenten vaak geven is: Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. Wie dronk hier koffie? De bus…

Gelukkig begrijpen we bij het horen of lezen van een foutief beknopte eigenlijk altijd wat er bedoeld wordt, al staat het er niet. En dat verklaart waarschijnlijk ook dat de fout vaak over het hoofd gezien wordt.

* In Pluk de dag (1) schreef hij over een vreselijke dag.

 

 

Wieberen

Ik keek gisteren naar ‘Het beste voor Kees’, een prachtige en bijzondere documentaire over de 44-jarige autistische Kees Momma. Kees heeft een schitterende dictie én een licht archaïsche woordenschat: woorden als karig en outilleren kwamen voorbij. Wanneer hij niet gefilmd wilde worden, vroeg hij de crew te gaan wieberen. Wieberen is een mooi (Bargoens) woord voor ophoepelen. Een woord dat Kees ook graag gebruikt.