Selecteer een pagina

Hoe zat het ook alweer? Toost/toast

Bijna alles is anders in tijden van corona, zo ook koningsdag. Dit jaar geen festiviteiten, geen handenschuddend vorstenpaar, geen basketballende prinsesjes en geen prinsen die aan een touw hangen. In plaats daarvan moest iedereen er zelf wat van  maken. En dat ging volgens mij best aardig.

De koninklijke familie liet ons ’s middags meekijken bij een videoconferentie waarin prinses Beatrix de jarige op afstand feliciteerde en prins Constantijn een toost uitbracht op zijn jarige broer. En daarna bracht de koning op zijn beurt weer een toost uit op zijn familie en op iedereen die Nederland momenteel draaiende houdt. Kortom, er werd gisteren wat afgetoost.

In het Nederlands kennen we zowel een toost als een toast. Een toost is een zogenoemde heildronk, je drinkt op iemands gezondheid waarbij je enige lovende woorden uitspreekt. Een toast is een geroosterd sneetje brood, de verkleinvorm toastje een klein hartig koekje met iets erop dat geserveerd wordt bij de borrel.

Hebben beide woorden iets met elkaar te maken? Jazeker. Toost is een vernederlandsing van het Engelse woord toast. Tot in het begin van de vorige eeuw werd in Nederland een toast uitgebracht als er iets te vieren was, op zijn Engels. Later werd dat ‘een toost uitbrengen’. In het Engels heeft het woord toast meerdere betekenissen en kun je er zowel een heildronk als een geroosterde boterham mee aanduiden. Geen toeval, want in vroeger eeuwen deed men een stuk gekruid geroosterd brood in de wijn. Naar verluidt werd de wijn daar lekkerder door en het brood beter eetbaar.

 

Hoe zat het ook alweer? Epicentrum/episch centrum

Het was u wellicht ontgaan, maar er is heuglijk nieuws te melden vanuit Epe. De gemeente krijgt namelijk een ‘Episch centrum’! Op de plek waar ooit restaurant De Middenstip zat, aan de Hoofdstraat, wordt een buurthuis gerealiseerd. Het idee is afkomstig van de plaatselijke ondernemer Michiel de Jong, die veel tijd en geld in steekt in zijn levensdoel.

Met zo’n naam kan het natuurlijk niet misgaan. Want los van de woordspeling: goed dat we de term ‘episch centrum’ nu eens correct gebruikt zien worden. Want zodra er ergens een aardbeving is, kom je altijd wel in een bericht tegen dat het ‘episch centrum’ daar of daar lag. Terwijl bedoeld wordt: het epicentrum.

Een epicentrum is een plaats aan het aardoppervlak vanwaaruit aardbevingsgolven zich over de aarde verbreiden, aldus Van Dale. Episch is afgeleid van epos: een heldendicht. Het werd oorspronkelijk gebruikt om kunstvormen aan te duiden (een episch gedicht, episch theater), maar tegenwoordig heeft episch een bredere betekenis en kun je ook spreken van een episch feestje: groots, spannend, opwindend. Kortom, dat gaat wat worden, daar in Epe.

 

Vakantiestand

De bloggers van Ikzegookmaarwat doen even wat anders dan bloggen. Vanaf 6 januari kunt u weer bijdragen verwachten. We wensen iedereen heel fijne feestdagen toe en alle goeds in het nieuwe jaar!

 

Hoe zat het ook alweer? Aan elkaar of niet?

Folders met aanbiedingen, ze zijn niet zelden een goudmijn voor een taaldocent. Zo wil ik bij dezen de firma Sligro hartelijk bedanken voor twee fraaie voorbeelden die ik kan gebruiken in mijn bijspijkerlessen Nederlands.

Eén van de onderdelen in die lessen: de samenstelling. Lastig voor veel studenten. Wanneer schrijf je iets aan elkaar en wanneer niet? Met name de drieledige samenstellingen (een bijvoeglijk naamwoord en twee zelfstandige naamwoorden) zijn een bron van verwarring. Waarom schrijf je hogedrukgebieden aan elkaar, maar hoge herenschoenen met een spatie? En bijna geen student die gelooft dat je ingezondenbrievenrubriek aan elkaar schrijft.

Het zit zo. Of je een spatie gebruikt of niet hangt af van de vraag waar het bijvoeglijk naamwoord op slaat. Indien dat betrekking heeft op het laatste deel van de samenstelling, dan gebruik je een spatie. Om het voorbeeld in de vorige alinea erbij te pakken: ‘hoge’ slaat op ‘schoenen’ en niet op ‘heren’. Spatie na ‘hoge’ dus. (Tenzij je speciale schoenen voor hoge heren bedoelt, maar die kom ik niet tegen in de folders.) Maar slaat het bijvoeglijk naamwoord op het eerste deel van de samenstelling, dan schrijf je alles aan elkaar. Zo slaat ‘hoge’ op ‘druk’ en niet op ‘gebieden’ en schrijf je dus hogedrukgebieden. ‘Ingezonden’ slaat op ‘brieven’ en niet op ‘rubriek’.

En soms kan het allebei. Bekend voorbeeld is de langeafstandsloper (iemand die marathons loopt) en de lange afstandsloper (iemand van twee meter die afstanden loopt). Het leuke aan deze kwestie vind ik dat je niet blind de regels volgt á la ’t exkofschip, maar moet nadenken over de betekenis van woorden. Wat wordt er bedoeld?

Goed, die twee voorbeelden uit de folder van Sligro die ik in mijn lessen ga gebruiken. Ze staan hieronder en aan u de vraag: correct gespeld of niet?

Over de eerste, tamme konijnenbouten, kan niet veel discussie zijn, lijkt me. Dat ‘tamme’ slaat volgens mij op ‘konijnen’ en niet op ‘bouten’ (tamme bouten versus wilde bouten, ik geloof er niet in), dus dat moet tammekonijnenbouten zijn.

Dan de tweede, gele roompoeder. Gezien de afbeelding op de verpakking (een tompouce) lijkt mij dat hier poeder wordt bedoeld waarmee je gele room kunt maken, en dan slaat ‘gele’ dus op ‘room’. In dat geval dus geleroompoeder. Maar mocht het poeder geel zijn, dan zou gele roompoeder ook kunnen. Ik zou overigens in het geval van geleroompoeder wel een koppelteken gebruiken (gele-roompoeder), want de vluchtige lezer vraagt zich anders wellicht af wat een geler-oom is.

Nog even terug naar die konijnenbouten: kijk goed uit dat u geen spatie tussen ‘konijnen’ en ‘bouten’ plaatst, want in dat geval kan ‘bouten’ makkelijk als werkwoord (poepen) opgevat worden. En dat kan misverstanden oproepen, zoals in het geval van deze slagerij in Voorburg…