Selecteer een pagina

Stageterugkommiddag

Voordat ik in het onderwijs ging werken, had ik nog nooit van het woord ’terugkomdag’ gehoord. Laat staan van ‘stageterugkommiddag’. Inmiddels weet ik beter; de stageterugkommiddag is een belangrijk moment binnen onze opleiding. Studenten gaan in hun studieloopbaan twee keer op stage, en tijdens elke stageperiode is er een middag op school om hun ervaringen – tot nu toe – te delen met studiegenoten. De ‘stageterugkommiddag’ dus.

Wat een idioot lang woord is dat eigenlijk. Toch schrijf je het volgens de Nederlandse spellingsregels aan elkaar. Het is namelijk een combinatie van woorden die een eenheid vormt. De officiële taalterm hiervoor is samenstelling. Er zijn verschillende typen samenstellingen en je kunt er echt ontelbaar veel maken. Wat dacht je van: socialmediamanagersbijeenkomst, kerstballenhaakjesdoosje en zoetewittewijnkenner (niet te verwarren met zoete wittewijnkenner of zoete, witte wijnkenner)…

Heb je nu opeens dringend behoefte aan een samenstellingopfrismomentje? Hier moet je wezen.

Actiepuntje

Afgelopen dagen had ik wat last van stress. De hoeveelheid actiepunten (waaronder een IZOMW-stukje schrijven) was er de oorzaak van. Als ik gestrest ben, wil ik natuurlijk dat het stressen zo snel mogelijk stopt. Ik streste wat af om van de stress af te komen. Wat een gestres!
Maar vannacht kreeg ik een idee: laat ik er mijn stukje over schrijven. Ik was direct relaxed. Ik realiseer me nu dat ik al lang niet meer écht gerelaxt heb, terwijl relaxen op z’n tijd van levensbelang is. Dan ben ik vast ook een relaxtere docent. Afijn, weer een nieuw actiepuntje dus: een relaxed dagje inplannen.

Het werkwoord stressen vervoeg je  – volgens de officiële regels – als volgt: de stam is stress, maar omdat de dubbele s hier niet nodig is voor een correcte uitspraak, vervalt er één s. De stam wordt dus stres. De laatste medeklinker van de stam zit in ’t ex-kofschip (de moderne variant van ’t kofschip) en daarom vervoeg je met een t: ik streste, ik heb gestrestHet woord gestres is afgeleid van het werkwoord, en schrijf je dus net als de stam met één s.
Relaxed gebruik je als bijwoord of als bijvoeglijk naamwoord als dat onverbogen is. Is het wél verbogen, dan krijg je: relaxte(re). Het werkwoord relaxen heeft als stam relax. De medeklinker x zit in  ’t ex-kofschip. Vervoegen gebeurt dus met een t: ik relaxte, ik heb gerelaxt .

 

Eens een dievegge, altijd een dief

Heerlijk, die taalcolleges met tweedejaars studenten. Een van mijn favoriete onderdelen is ‘woordenschat’. Studenten nemen een voor hen onbekend woord mee dat ze die week zijn tegengekomen. Zo kwam onlangs ‘dievegge’ ter sprake; de student in kwestie had er echt nog nooit van gehoord. Ergens snap ik dat wel. Waarom een vrouwelijk woord als het geslacht er niet toe doet; je spullen ben je toch wel kwijt. De uitroep “Houd de dievegge!” ooit gehoord? Natuurlijk niet. Tegen de tijd dat je de laatste lettergreep uitschreeuwt, is de crimineel al lang uit het zicht.
‘Dievegge’ klinkt eigenlijk veel te chic voor de vaardigheden die erbij horen. Als je de betekenis ervan niet kent, zou je het misschien best op je LinkedIn-profiel willen zetten. En nu we het toch over beroepen hebben: ik neig sowieso naar gelijke behandeling bij dit type benaming. Een docent is een docent, een redacteur is een redacteur… daar heeft sekse niks mee te maken.
Overigens lijkt het vrouwelijke woord ‘dievegge’ tegenwoordig enig in haar soort. Andere woorden die in het Middelnederlands eindigden op -egge, -ege of -igge, zoals meestrege (meesteres) en tavernierigge (herbergierster), staan niet meer in ons woordenboek.
Ik hoor mensen al reageren: “Juist daarom moet ‘dievegge’ behouden blijven!” Best een dilemma voor de taalpurist in mij.

Carnavalshit

Carnavalshit, een onmogelijk woord vind ik het. Al klinkt het mensen die een schijthekel aan carnaval hebben waarschijnlijk als muziek in de oren. Idee: zet er een streepje tussen. Carnavals-hit is toch nét wat vrolijker?!

Tikfout

Het gebeurt me regelmatig: ik tik hoer in plaats van hier. Irritant, die i en o naast elkaar. Volgens mij heb ik de tikfout tot nu toe onderschept, omdat ik m’n e-mails altijd check. Maar ja, je zult haast hebben en meteen op Send klikken …

“Dan zie ik je vanmiddag wel hoer!”

De plaatsing van de letters op mijn toetsenbord heeft alles te maken met de aloude mechanische typemachine, zo leer ik van Willem Wever. Uitvinder Christopher Sholes had op zijn eerste model de letters in alfabetische volgorde gezet. Echter, bij snelle typers leverde dat problemen op: de letterstangetjes van letters die vaak na elkaar volgden, bleven regelmatig klem zitten. Sholes verplaatste daarop een aantal letters in het mechaniek, waardoor ook de volgorde op het toetsenbord veranderde. Zo ontstond de typemachine met de QWERTY-indeling, die rond 1873 in productie werd genomen. De QWERTY-indeling is bij ons nog steeds gangbaar.