Selecteer een pagina

Weet iemand een nieuw woord voor neologisme?

Denk.

Nee, dat was geen imperatief.

Dit gaat over de nieuwe partij van de Tweede Kamerleden Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk, die eind vorig jaar uit de PvdA werden gezet. ‘Denk’ heet hun nieuwe partij-die-geen-moslimpartij-mag-heten. ‘Denk’ is – naast de eerste persoon enkelvoud van het werkwoord ‘denken’ – Turks voor iets als ‘balans’ of ‘gelijkwaardigheid’. Fraai.

Alsof het allemaal niet al erg genoeg is, hebben de twee het lumineuze idee opgevat om maar een paar woorden uit de Nederlandsche taal af te schaffen. Te weten: ‘allochtoon’ en ‘integratie’. Wegens negatieve connotatie, stereotypering, etc. Briljant idee! Afschaffen lost vast veel problemen op. Ik stel voor dat we ook de woorden luizenmoeder en galstenen afschaffen, want jongens, wat hangt daar een boel negativiteit omheen.

Enfin. Ik ben niet de enige wiens wenkbrauwen hemelwaarts gingen bij het lezen van de plannen van de twee. Zie dit stukje uit de Volkskrant.

image001

 

 

Ver-van-mijn-bed-show

Hij kwam afgelopen week rond de Europese verkiezingen regelmatig voorbij in allerlei vox-popjes: stemmen voor het Europees Parlement? Tsja, een beetje een ‘ver-van-mijn-bed-show’. Gekke uitdrukking natuurlijk, ooit in zwang geraakt door een KRO-programma van die naam. Tussen 1978 en 1992 vergastte presentator Han van der Meer zijn kijkers vanuit de studio op, zo schrijft de Beeld en Geluid-wiki, reportages die varieerden van ‘het weer in Brazilië tot de leefomstandigheden op de Noordpool’. Een soort Metropolis , maar dan met een minder humanitair randje.

Daarmee valt de uitdrukking ‘ver-van-mijn-bed-show’ in de categorie ‘Hamvraag’ – een uitdrukking die zijn oorsprong vindt in de media. Er zijn er veel meer: mijn vrienden roepen nog wel eens, als ze even geen antwoord weten op een vraag, ‘mag ik een klinker kopen?’ of ‘ik zet even een hulplijn in’. Maar niet iedereen heeft natuurlijk dergelijke nerds in zijn vriendenkring.

Goed. Als je iets ‘ver van je bed’ noemt, wil je daarmee zeggen dat het ver weg is – geografisch en daarmee ook vaak emotioneel. Zoals ze bij klassieke journalistieke opleidingen doceren over nieuws: betrokkenheid = aantal doden gedeeld door afstand. Of zoals Voltaire zijn Candide nogal pre-globalistisch liet zeggen: ‘Il faut cultiver notre jardin‘.

Om te grienen

Je zal maar in groep 8 zitten van een niet nader genoemde basisschool in den lande. En dan als huiswerk deze oefening voor je neus krijgen:

BjouHHGIQAAUJsh

 

Om te grienen natuurlijk, want ik ga ervan uit dat de ontwerper van deze toets er niet expres een instinker in heeft gestopt (mooi woord trouwens, ‘instinker’, kom ik op terug). Nee, dit is gewoon domheid van de allerergste soort.

Je kunt natuurlijk prima discussiëren over de vraag of leerlingen uit groep 8 zo nodig moeten weten wat een lijdend voorwerp is (ik mag op taaleducatief gebied graag de revisionist uithangen), maar, lieve docent, áls je dan besluit dat ontleden superbelangrijk is, wek dan in ieder geval de indruk dat je het zelf snapt.

Voor de duidelijkheid: in de zin ‘Mijn nieuwe vlieger was binnen drie dagen kapot’ staat heul geen lijdend voorwerp. Er is sprake van een naamwoordelijk gezegde, ‘was kapot’, waarbij ‘was’ optreedt als koppelwerkwoord.  Oftewel: deze vlieger gaat niet op. Heb je vaker met kapotte vliegers.

(fotootje kwam van twitteraar NBvdB).