Selecteer een pagina

Oprecht, bro

Lezers van mijn vorige post weten dat ik een fervent kijker ben van het dark web aan datingshows. IJdelheid, overspel, drankzucht, vergankelijkheid, niets menselijks is de gemiddelde kandidaat vreemd. Omdat ik alle seizoenen van Temptation Island had verstouwd als was het genadebrood, bood het algoritme iets nieuws aan: Love Island! Inclusief taalquatsch: de afgetrainde gelegenheidsnaturisten bezigen willekeurig het woord ‘oprecht’, waar ze in een ander decennium ‘eigenlijk’ zouden roepen. (meer…)

Het jargon van Temptation Island

Ik heb ooit begrepen dat Temptation Island en andere reality-programma’s de verboden vruchten zijn van menig hoger opgeleide. Ik heb in mijn leven meer Temptation gekeken dan afleveringen van VPRO’s Zomergasten, zoals ik ook liever (dames)glossy’s lees dan De Groene. Studenten weten dat ze eerder mijn aandacht krijgen als ze in een aflevering van First Dates zitten dan wanneer ze vertellen dat ze graag (mijn) boeken lezen. Wat me vooral fascineert in de recente reeks van Temptation Island is het taalgebruik van de kandidaten. (meer…)

Gragedaan

Als je lesgeeft aan eerstejaarsstudenten, is er altijd eentje die extra waakzaam is. In het pedagogisch-didactisch jargon noem ik dat de ‘rots in de branding’: zo iemand die beter dan de docent weet wanneer deadlines zijn en hoe de weging is van een bepaalde toets. Rotsen in de branding zijn  warmbloedige elementen ten faveure van de groepsdynamiek, het nadeel is dat ze het zonder jou ook wel redden.

Ik had contact met zo’n rots, die mij in al haar schoolvlijt een bericht stuurde over informatie die ontbrak op een webpagina – dat gebeurt helaas nogal eens. Ik bedankte haar voor haar waakzaamheid. Ze antwoordde met “Gragedaan”. Een antwoord dat me zeer fascineerde.

Ik herinnerde mijn verbazing, het moet ergens vroeg in de jaren 80 geweest zijn, dat ik als kind ontdekte dat “alsjeblieft” een gecomprimeerde versie van de zin “als het je belieft” bleek (al zal ik als kleuter het begrip “comprimeren” niet hebben gekend, maar u begrijpt me).

Alsjeblieft, welterusten, vaarwel: in de grammatica hebben ze de functie van tussenwerpsel. Deze rots in de branding voegde nu in al haar goedheid misschien ook “gragedaan” aan het rijtje toe.

Veronderstelde zij werkelijk dat het altijd vlot uitgesproken “graag gedaan” kon worden weergegeven als “gragedaan”? Dacht ze dit, ondanks haar rol als rots in de branding in het eerste jaar, of was het gewoon een creatieve, gemakzuchtige tikfout? Ik wilde de illusie niet ontmantelen. Leidt dit bij u nu tot opwinding en discussie over het taalniveau van studenten?

Gragedaan.