Selecteer een pagina

Mee-eter

Puistjes worden ten onrechte geassocieerd met de puberteit. Maar ook als je al twee, drie of vier keer zo oud bent kun je kampen met een onzuivere gezichtshuid. De cosmetische industrie heeft legio middeltjes voor de jonge en rijpere gecombineerde probleemhuid. Onlangs bespraken collega’s C. (dertiger) en M. (vijftiger) de kwaliteiten van speciale plakstrips waarmee de neusbrug in één ruk ontdaan kan worden van mee-eters. 

Mee-eter, een veel te gezellig woord voor zo’n onsmakelijk verschijnsel. In het Engels noemen ze het treffend ‘blackhead’, in het Frans ‘point noir’. Wij ontlenen het woord mee-eter aan het Latijnse comedo. Dat komt van comedere. Com = samen en edere = eten. Hoezo, samen eten? ‘Ja joh, schuif lekker aan, er is meer dan genoeg!’ Waarvan? Huidvet. Talg. De dermatologie stond in die tijd nog in de kinderschoenen, want men dacht dat de verstopte poriën wormpjes waren, die voedsel gebruikten. Sorry hoor, maar gadverdamme! 

 

Woord van de dag: boudoir

Sinds kort verlaat ik op zondagavond mijn huis in Utrecht om er in principe pas op vrijdagavond weer terug te keren. Doordeweeks bewoon ik een pied-à-terre in Amsterdam. Het is even wennen, van 120 vierkante meter over drie verdiepingen naar 43 vierkante meter, eenhoog-achter. Meer dan volledig gemeubileerd, dat wel; de eigenaar is een jaar naar Beiroet en liet zijn hele inboedel staan. Toen mijn echtgenote me er laatst met een tas vol kleren afleverde riep ze ietwat onthutst: “Mijn hemel! Terug in de tijd. Het is net een boudoir!”

Een boudoir is volgens Van Dale een damesvertrek. Volgens het Algemeen Nederlands Woordenboek  hadden huizen van stand zo’n ‘klein, elegant en comfortabel vertrek met een intieme en persoonlijke sfeer. Dames konden zich er alleen of in het gezelschap van vertrouwde personen terugtrekken voor toilet en opschik, rust en overpeinzing, lectuur, conversatie enzovoorts’.

De vriendin die me aan dit etagetje hielp, omschreef het interieur als volgt: ‘Het is net Parijs! Denk: eindeloos veel lp’s, boeken, muziekinstrumenten, filosofisch, Jean Paul Sartre, Simone de Beauvoir. Heel romantisch.’ Prima plek dus om me doordeweeks terug te trekken of er met vriendinnen te converseren. Bij de thee serveer ik dan geen kaakje maar een boudoir, Frans voor onze Lange vinger.

 

 

Woord van de dag: charisma

De opleidingen waar wij als docenten aan verbonden zijn, trappen het nieuwe collegejaar altijd af met een gastspreker. Dat gebeurt op de maandag voordat de colleges van start gaan, met alle docenten. Inspiration Monday heet dat evenement, want waarom Nederlands gebruiken als het ook in het Engels kan?

Dit jaar stond schrijver en oud-politicus Jan Terlouw op het programma. Ik zal eerlijk toegeven: ik was wat sceptisch. Wij als hippe en dynamische opleidingen ons iets laten vertellen door een 87-jarige?

Die scepsis bleek afgelopen maandag geheel onterecht. Jan Terlouw kreeg een hoorcollegezaal vol docenten een uur muisstil, en ik kan u vertellen: dat lukt vrijwel niemand. Het ging over verhalen vertellen, waarheidsvinding, klimaatverandering, vertrouwen, de maatschappelijke opdracht van het onderwijs, de rol van docenten en nog veel meer.

Terlouw imponeerde: erudiet, welbespraakt, bevlogen, met humor, belangstellend. Zelfs collega’s die jeuk krijgen zodra de naam D66 valt, waren onder de indruk. “Een man met charisma”, merkte iemand op, met recht.

Iemand met charisma heeft uitstraling, een persoonlijke aantrekkingskracht. Het woord komt volgens de Etymologiebank van het Griekse khárisma, dat ‘genadegave’ betekent. Het had aanvankelijk een religieuze betekenis, de term voor de gaven die de Heilige Geest geeft, zoals het genezen van zieken. Later kreeg het ook de meer algemene betekenis van ‘gezag ontleend aan persoonlijke uitstraling’.

Jan Terlouw voor de collegezaal

De docenten wilden na afloop graag met Jan Terlouw op de foto. (foto: Doeta Aartsma)

 

Schamper kapittelen

Wij van Ikzegookmaarwat mochten de afgelopen maanden gastcolumns verzorgen op de website HvanA.nl. Dit ter gelegenheid van ons vijfjarig bestaan. Uiteraard kweten wij ons met plezier van deze eervolle taak. Leuk om over taal te schrijven voor een site die zich richt op studenten en medewerkers van de Hogeschool van Amsterdam.

Op de bijdrage die ik instuurde, reageerde de eindredacteur van HvanA enthousiast. Maar er was wel een klein probleempje. In mijn column  kwamen de woorden ‘schamper‘ en ‘kapittelen‘ voor. “Echte parels natuurlijk, maar we vrezen dat niet iedereen binnen onze doelgroep deze woorden begrijpt. Ik heb het daarom aangepast naar ‘spottend’ en ‘veroordelen'”, aldus de eindredacteur.

Tja. Als ik ergens te gast ben, schik ik mij vrij snel naar de mores van de gastheer en gastvrouw. Dus ik antwoordde luchtig dat ik dat geen probleem vond. Maar toch, het knaagde wel een beetje.

Want met ‘onze doelgroep’ doelde de eindredacteur natuurlijk vooral op de studenten. En ik kan me zeker voorstellen dat veel tieners en twintigers de woorden ‘schamper’ en ‘kapittelen’ niet kennen. Maar houdt dat dan in dat je die woorden ook niet moet gebruiken?

Ik hoor van best veel studenten dat ze graag hun woordenschat willen uitbreiden, dat ze makkelijker en beter willen formuleren. Dat gaat niet vanzelf uiteraard. Je moet nieuwsgierig zijn naar jou onbekende woorden en uitdrukkingen. Er moeite voor doen om de betekenis en het gebruik ervan te achterhalen.

Natuurlijk, ik weet ook wel dat lang niet iedereen die moeite neemt. Maar als je überhaupt niet in aanraking komt met jou onbekende woorden en uitdrukkingen, dan ontwikkel je die nieuwsgierigheid zéker niet. Dus: eer het onbekende woord!

 

Bijzondere woorden

Je komt nogal eens wat bijzonderheden tegen in het schrijfwerk van studenten. Laatst nog, refereerde een tweedejaars in haar artikel aan de revolutietheorie. Voor een afstudeerder was dat ene onderzoek een echte blikopener geweest. En in een interview van een propedeusestudent had de hoofdpersoon innerlijk samengewerkt met zijn neef.

We lachen wat af op de docentenkamer. Maar ik moet toegeven dat ik er zelf vroeger ook wat van kon. Ik ben namelijk als puber best lang indolent geweest van Stevie Wonder. Mijn vroege culinaire creaties waren vaak een moesmengseltje van vreemde ingrediënten. En als iemand schoot, dan deed hij dat niet met losse flodders, maar met minutie.

Ik maak me sterk dat izomw-bezoekers ook wel wat leuks op te biechten hebben. Dus: kom maar door in de reacties!

Woord van de dag: kalibreren

We hebben binnenkort met een paar collega’s een kalibreersessie. Want je kunt wel kijken of alle neuzen dezelfde kant op staan, of we er allemaal hetzelfde in staan, maar hé, kalibreren, dan heb je het pas ergens over.

Van Dale geeft diverse omschrijvingen voor het werkwoord kalibreren, variërend van ‘schaalverdelingen op thermometerbuizen e.d. ijken’ tot ‘op maat persen’. De overkoepelende omschrijving zou kunnen zijn dat als je kalibreert je zaken met elkaar in overeenstemming probeert te brengen.

En opeens weet je wat je later wilt worden: kalibreur van het zegel! Bericht uit ‘Suriname: koloniaal nieuws- en advertentieblad’, juli 1872. Klik op de afbeelding voor het volledige artikel.

Het woord is volgens de etymologiebank afgeleid van het Franse calibre. Daarmee werden vooral de kenmerken van wapens aangeduid, zoals de ‘middellijn van de geschutmonding, gewicht van den kogel’. Het Franse woord is ontleend aan het Arabische qālib: ‘gietvorm voor metalen’ en ‘schoenmakersleest’.

Mocht u nu denken: ‘ik zou wel wat beter willen kalibreren’, dan is er goed nieuws. Er zijn namelijk tal van trainingen en cursussen. Maar let even op dat u zich aanmeldt voor de juiste cursus. Het maakt namelijk nogal uit of u als cursist in de weer gaat met ‘schuifmaat en schroefmaat’, of dat u leert hoe ‘diverse beoordelaars een student dezelfde feedback en oordelen geven op de getoonde prestaties’.

Wat wij gaan doen? Ik hoop eerlijk gezegd een beetje op het eerste. Een ochtendje schuif- en schroefmaten, het is weer eens wat anders. Maar ik denk dat het de tweede optie wordt.