Selecteer een pagina

Gedichtendag 2020

AFSCHEID
Mijn standbeeld: hier zijn
dertig stuks werktuigen heel
bos draagt mistsluier

— Willem J. Pieters (1943-2009)

Vandaag, de laatste donderdag in januari, is het gedichtendag: de aftrap van de jaarlijkse Poëzieweek. Ik merk dat altijd doordat er veel gedichten worden gedeeld op Twitter, een medium dat wel wat poëzie kan gebruiken tussen alle ophef-du-jourtjes en de bijbehorende lelijkheid. Ik geniet ervan om gedichten ‘in het wild’ tegen te komen, want ik hou van gedichten. Maar dat is niet altijd zo geweest.

Hoewel ik de dochter van een dichter ben, heb ik lang moeite met het genre gehad. Ik vond poëzie vaak (o, vloeken in de kerk!) moeilijkdoenerij. Waarom zou je het zo ingewikkeld opschrijven, als je ook ‘gewoon’ kunt zeggen wat je bedoelt? Dit gold ook – ja, zelfs bij uitstek —  voor de gedichten van mijn vader, Willem Pieters, omdat hij vooral in het Fries schreef. Niet omdat hij een Fries was, maar uit liefde voor en interesse in de Friese taal. Mijn vader had als tiener de basis van het Fries geleerd van zijn tandarts en hij heeft zich er later, tijdens zijn studie Nederlands, verder in bekwaamd.

Ik heb ontdekt dat je Fries een beetje kunt begrijpen als je het hardop leest. Toch blijft veel van mijn vaders werk voor mij min of meer ontoegankelijk. Ik zie daar een prachtige symboliek in, omdat eenzaamheid zo’n belangrijk thema in zijn werk was. Mijn vader heeft zich vaak eenzaam gevoeld en schreef daar veel over. Maar dan wel in een taal die bijna niemand op aarde kan begrijpen.

Mijn waardering voor poëzie is enorm gegroeid sinds ik het ‘moeten begrijpen’ heb losgelaten. De haiku die boven deze column staat, begrijp ik ook niet. Maar hij roept wel een gevoel bij me op. Eenzaamheid en melancholie, zeker, maar dankzij die dertig werktuigen ook onverzettelijkheid. En trots, want m’n vader heeft toch maar mooi een standbeeld.

 

Verkeerd in goede staat

Als hartstochtelijk marktplaatsspeurder bewonder ik dagelijks de creativiteit van de gebruikers. Marktplaats biedt hulp bij het maken van een advertentie, maar dat kan gelukkig niet voorkomen dat er veel te genieten over blijft. Van een man die zichzelf per ongeluk naakt uploadt in een antieke, geslepen spiegel tot een ontroerende kop als ‘Grijs buro – niet mooi’.

De hoeveelheid foto’s, de belichting, het perspectief en de kwaliteit zeggen weer iets over het kunnen of willen verplaatsen in de klant. Een aangeboden meubelstuk zonder afmetingen is niet serieus te nemen en getuigt van luiheid. Maar vooral de advertentietekst bevat subtiele hints over het leven van de opsteller.

De Britse psychiater Theodore Dalrymple noemt de tatoeage het stigma van de laagste klassen. Het uitroepteken en Caps Lock kunnen er ook wat van. Bij ‘televisiekastje ERG MOOI NOG!!!!!’ verwacht geen hond nog een academisch werk- en denkniveau. Waarom maar één uitroepteken als je er ook zes kan gebruiken om uiting te geven aan je enthousiasme over een televisiekastje?

Bij de occasions ben je ook altijd in goede handen. Een Citroën GSA die ´nog in goede staat verkeerd´ is te mooi om door een automatische controle te laten verbeteren. Net zoals deze, uit mijn persoonlijke archief:

Uitdrukking van de dag: zich stierlijk vervelen

Tijdens het voorjaarsreces vorige week heb ik mijn voornemen om eens he-le-maal niets te doen helaas niet kunnen uitvoeren. Een pittige takenlijst en een trits sociale verplichtingen gooiden roet in het eten. Die had ik natuurlijk kunnen uitstellen tot na de vakantie, maar het (calvinistische?) plichtsbesef was sterker dan de zucht naar zalig nietsdoen. Dolce far niente, zoals de Italianen het noemen.

Een van de geplande bezoekjes was een kraamvisite. De jonge moeder was bevallen met een keizersnee, waarvan de datum al weken vaststond. Gelukkig bleek alles voorspoedig verlopen, met een blozende baby als resultaat. Moeders zelf lag er ook blozend bij en voelde zich uitstekend, ze had immers geen slopende horrorbevalling achter de rug en alles was weer netjes dichtgeniet. Het was haar derde keizersnee, dus de nieuwigheid was er  wel af.

Daar lig je dan, alleen in een ziekenhuiskamer met je kleine spruit, die weinig aandacht behoeft en de tijd goeddeels slapend doorbrengt. Veel aanloop had ze niet, want het merendeel van de familie en vrienden stond ergens in de vrieskou op een Franse of Oostenrijkse berg. “Ik wil naar huis, ik verveel me hier stierlijk,” klonk het dan ook uit moeders mond. Ik kon een licht gevoel van jaloezie niet onderdrukken. Niet dat ik graag een blakend babyjongetje op deez’ aard’ had willen zetten, maar dat stierlijk vervelen had me heerlijk geleken. Een volle week he-le-maal niets doen. De luxe!

Je stierlijk vervelen heeft slechts zijdelings met runderen te maken, hoewel die doorgaans geen overvolle agenda hebben en ruim de tijd om chill te liggen herkauwen. ‘Stierlijk’ heeft hier de betekenis van ‘heel erg’, ‘in hoge mate’. De oorsprong ligt in de zeevaart. Zeelieden die de woeste baren missen als ze langer aan wal zijn dan gewoonlijk, gaan zich vervelen. Ze ‘hebben er het land aan’ dat ze nog niet terug naar zee kunnen. Om het kracht bij te zetten werd het later ‘het land hebben als een stier’, verwijzend naar het gevoel dat we stieren toedichten als er geen koeien in de buurt zijn. Wel zo rustig voor die koeien trouwens, kunnen ze zich lekker stierlijk liggen vervelen tijdens het herkauwen.

Uitdrukking van de dag: voor pampus liggen

Mijn beurt om te bloggen, ik houd het kort, ik lig namelijk voor pampus. Voor het eerst in mijn (bijna 49-jarige) leven ben ik geveld door griep. Voor pampus liggen betekent volgens Onze taal ‘uitgeteld zijn’ – dat ben ik, en/of ‘lui erbij liggen’ – dat doe ik. Pampus was een zandbank in het IJ van Amsterdam waar zwaarbeladen schepen veel last van hadden; ze moesten vaak voor Pampus wachten tot het vloed werd om verder te kunnen varen. Inmiddels is Pampus een heuse attractie geworden, website incluis. ’Geniet van historie, avontuur en natuur, én leuke evenementen!’ staat daar te lezen. Ik moet er nog even niet aan denken.

Vakantiestand

De bloggers van Ikzegookmaarwat genieten van hun vakantie. Vanaf 8 januari kunt u weer bijdragen verwachten. We wensen iedereen heel fijne feestdagen toe en alle goeds in het nieuwe jaar!

'IJsvermaak bij een stad' van Hendrick Avercamp, ca. 1620, collectie Rijksmuseum.

‘IJsvermaak bij een stad’ van Hendrick Avercamp, ca. 1620, collectie Rijksmuseum.