Selecteer een pagina

Ambachtelijk genieten

In een radiospotje van toptaarten.nl jubelt iemand de slogan: ‘ambachtelijk genieten’.

Sorry, wat? Ambachtelijk genieten? Is genieten opeens een ambacht geworden? Kun je er voor doorleren? En wat zou dan niet-ambachtelijk genieten zijn? Dat je er zo maar een beetje zonder plan amateuristisch op los geniet?

Ambachtelijk slaat in de slogan natuurlijk op de taarten. Toptaarten bedoelt dat die taarten niet van een lopende band rollen, maar dat er een lokale bakker (ambacht) aan te pas gekomen is. ‘Genieten van ambachtelijk bereide taarten’ zou correct zijn. Dat is langer. Maar het is wel goed Nederlands, toptaarten. Het is toch gek om zoveel geld uit te trekken voor radiospotjes, en dan te besparen op een ambachtelijke tekstschrijver?

 

 

Eenmaal ingeschonken geniet ik van mijn koffie

Kees Momma, ik schreef eerder over hem naar aanleiding van de documentaire Het beste voor Kees, heeft een column in NRC: Het beste van Kees. Die van gisteren droeg de titel Pluk de dag (2). Hierin vertelt Kees – die autistisch is – wat hij zoal doet op een goede dag*. Hij tekent, luistert naar muziek en hij zet koffie (op de wijze van zijn grootmoeder). En dan maakt hij een fout (of eigenlijk: dan ziet de eindredactie van NRC een fout over het hoofd). Kees schrijft: ‘Eenmaal ingeschonken geniet ik van mijn koffie’. Dit is een foutief beknopte bijzin.

Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp, persoonsvorm en gezegde. Bijvoorbeeld: Wachtend op de trein, praatten ze met elkaar. Het onderwerp in de bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp in de hoofdzin – hier is dat dus ze. Je kunt ook zeggen: Terwijl zij op de trein wachtten, praatten ze met elkaar.
Wanneer dat onderwerp in de bijzin niet overeenkomt met het onderwerp in de hoofdzin, hebben we het over een foutief beknopte bijzin. Een voorbeeld dat we onze studenten vaak geven is: Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. Wie dronk hier koffie? De bus…

Gelukkig begrijpen we bij het horen of lezen van een foutief beknopte eigenlijk altijd wat er bedoeld wordt, al staat het er niet. En dat verklaart waarschijnlijk ook dat de fout vaak over het hoofd gezien wordt.

* In Pluk de dag (1) schreef hij over een vreselijke dag.

 

 

Groots genieten in de horeca

We schreven het al eerder: Nederland geniet zich suf. Vooral in de horeca wordt veel genoten. Als je het hoog in je bol hebt als horeca-ondernemer, heb je het zelfs over ‘groots genieten’. Toen ik het intypte op Google kreeg ik maar liefst 1.080.000 zoekresultaten: groots genieten voor een kleine prijs, groots genieten op Texel, groots genieten in een fantastische setting (wat is dat nu weer?), de groots genieten-serie en nog heel veel meer. Het groots genieten neemt epidemische vormen aan.

Ik vermoed dat de horeca-ondernemers een woord zochten om genieten te versterken. Groots betekent ‘prachtig’, ‘indrukwekkend’, ‘luisterrijk’, ik zou het zelf niet snel combineren met genieten.

Heel veel taalgevoel lijken ze in de horeca sowieso niet te hebben. Anders hadden ze die gekke afkorting (hotel, restaurant, café) toch nooit bedacht?

 

Genietmomentje

yoghurt3

 

 

 

 

 

 

Deze zin trof ik aan op een yoghurtverpakking. Nou vind ik het persoonlijk eigenlijk al niet zo fijn als een fabrikant zich bemoeit met hoe ik mijn yoghurt eet en van al dat genieten word ik zo langzamerhand moedeloos. Maar afgezien daarvan is dit zinnetje ook taalkundig merkwaardig:

1. Een lekker genietmoment is een pleonasme. Genieten is vanzelf al lekker, je kunt niet vies genieten.

2. Het koppelteken is een vergissing. Het moet genietmomentje zijn.

3. Waarom nou genietmomentje? Een moment is sowieso al een in een oogwenk voorbij. Moet je die yoghurt dan razendsnel naar binnen schransen?

Het antwoord is natuurlijk dat het zo gezellig staat. Met allerlei dichtsmeertaal wordt gewone yoghurt ‘een feestje op je lepel’, ‘een cadeautje aan jezelf’.

Mag ik vriendelijk bedanken?

 

Geniet ervan

Aan het taalgebruik van iemand kun je zien waar hij vandaan komt, hoe hoog hij opgeleid is, hoe oud hij is en vaak ook welk beroep hij heeft. Dit is het onderwerp van de sociolinguïstiek, die de relatie tussen taal en een sociale groep bestudeert. Als je een bepaald woord opeens vaak hoort, zegt dat iets over de sociale groep. Als dat woord ineens overál opduikt, zegt dat iets over het hele land.

Onlangs was ik een paar dagen vrij. Waar ik ook was, ik werd opgeroepen om te genieten. Toen ik koffie geserveerd kreeg: ‘geniet ervan’. Een voorbijganger tijdens een wandeling: ‘genieten, hè’. Ik kocht iets in een winkel: ‘geniet ervan.’ Ik ging ergens eten: ‘geniet ervan’. De slogan van een horecagelegenheid: ‘simpelweg genieten’. Toen het ophield met regenen: ‘geniet van de zon.’

Wat is je probleem, zuurpruim, denkt u nu waarschijnlijk, al deze mensen bedoelden het goed. Dat is zeer beslist het geval. Maar al deze allerhartelijkste aansporingen om te genieten vormen samen een imperatief: gij zult genieten.

En dat zegt natuurlijk iets over de tijdgeest. Een dagje somber voor je uitkijken is zó niet 2014. Vooruit, ga dingen beleven en daarvan genieten!

Taal is de spiegel van de ziel van een persoon, een groep of zelfs een heel land. Door de taal te bestuderen, bestudeer je de samenleving. Daar kan ik intens van genieten.