Woord van de dag: echec
De roman Leeuwenstrijd van collega Thomas van Aalten kreeg van de Belgische Knack vier sterren. We lazen de ronkende zin: “Van Aalten koppelt dit persoonlijke echec aan een maatschappelijk echec en toont daarbij veel kennis van de geschiedenis en vooral een bewonderenswaardig psychologisch inzicht in zijn personages.” Die is alvast binnen!
Echec betekent mislukking, tegenslag.
Het woord is oorspronkelijk een schaakterm en stamt af van het Oudfranse ‘eschas’ dat schaakstukken betekent. Oorspronkelijk was échec de zet waarmee je de koning in het schaakspel vastzet. ‘Echec lijden’ betekent eigenlijk schaakmat gezet worden en dus mislukken.
Bron: etymologiebank
Recente reacties