Selecteer een pagina

Hoe zat het ook alweer? Een aantal is/een aantal zijn

Alle docenten zijn deze week alweer aan het werk, maar de meeste studenten komen pas volgende week. Een aantal scriptiestudenten komen deze week al wel naar school. Of moet het zijn: een aantal scriptiestudenten komt deze week al naar school?

Veel taalgebruikers vinden dat je na aantal een enkelvoudige persoonsvorm moet gebruiken. Maar volgens Onze Taal zijn beide zinnen goed. Aantal wordt steeds meer als een onbepaald telwoord gezien en gaat daarmee lijken op woorden als paar en een heleboel. ‘Er zijn nog maar een paar studenten op school.’

Bij het aantal schrijf je altijd enkelvoud: ‘Het aantal studenten is dit jaar lager dan vorig jaar.’

 

Bron: Onze Taal