Selecteer een pagina

Buitenschaamte

Bij het vak mediapsychologie leren we onze studenten dat gedragsveranderingen ontzettend traag gaan, áls ze al mogelijk zijn. En kijk nou eens! De brave burgers van Nederland – wat zeg ik, van de hele wereld – gedragen zich voorbeeldig volgens de nieuwe normen. Natuurlijk blijft de taal niet achter, ook die past zich razendsnel aan. We verwelkomen nieuwe woorden en oude bekenden in een nieuwe betekenis:

Anderhalvemetersamenleving: keurig aan elkaar geschreven. Een paar weken geleden hadden we het nog over social distancing, nu is de anderhalvemetersamenleving ’het nieuwe normaal’. We blijven keurig op afstand. In India is die afstand overigens 1.80 m, in andere landen 2 meter. Daar hebben we hier gewoon de ruimte niet voor.

Buitenschaamte: even een frisse neus halen mag van Grapperhuis, maar als je andere frisseneushalers tegenkomt in de duinen of – oei – op het strand of de bollenvelden, voel je je toch opeens een overtreder.

Alles met corona: coronapatiënt, coronacrisis, corona-epidemie, coronabesmetting, coronavirus, coronamaatregel, coronatest, coronakucher, coronaboete, coronavaccin (toekomstmuziek), coronaseks (uit verveling). Als het tweede woord van de samenstelling een klinker is, gebruik je een verbindingsstreepje: corona-aanpak.

Exitstrategie: het is bekend hoe we hierin beland zijn. Maar hoe komen we er in godsnaam weer uit?

Indammen: geen nieuw woord, maar we gebruikten het in de letterlijke betekenis voor onze nationale trots, de waterwerken. Nu proberen we het virus in te dammen, dat blijkt een stuk weerbarstiger dan de Noordzee.

Juno: mal woord voor juni. Tot 1 juno mogen we geen grote bijeenkomsten hebben van minister Grapperhaus. Juno heeft zelfs een Twitteraccount.

Limo: staat voor Lunchen In Mijn Onderbroek. Geef toe, dit is wel echt een voordeel van deze hele toestand.

Mondkapjestekort: dit woord bestond misschien al wel in een schoonheidssalon of bij de tandarts, maar kon dan eenvoudig opgelost worden. Nu is het een algemeen woord dat we liever niet gekend hadden.

Het nieuwe normaal: geen handen schudden, ze wel wassen, afstand houden, thuis blijven. Ik vermoed dat de speechwriter van de premier de uitdrukking ‘het nieuwe normaal’ bedacht heeft. Chapeau! Van Ron Fresen op het NOS-journaal tot de AH-medewerkster die de karretjes uitdeelt, binnen een dag na de persconferentie was de uitdrukking in heel Nederland ingeburgerd.

Raamvisite, ook wel zwaaivisite genoemd. We kunnen niet meer op bezoek bij elkaar en alleen nog door het raam zwaaien naar oma. Niet fijn. Ook hiervoor geldt: jammer dat het moet, maar fijn dat het kan.

Testbeleid: op de hogeschool hebben we al jaren een toetsbeleid, maar een testbeleid voor heel Nederland is nieuw. Waar het op neerkomt: eerst werd bijna niemand getest, nu meer mensen, straks veel meer mensen.

Teststraten: afgekeken van Zuid-Korea, sowieso een gidsland in deze  crisis. Een teststraat is een soort McDrive in een parkeergarage waar mensen in hun eigen auto een Coronatest krijgen.

Thuiswerkexperiment: tja, we zullen wel moeten én we mogen niet piepen want we zijn dolblij dat we überhaupt werk hebben. Maar het is echt een gevalletje LIA (leuk is anders). Online onderwijs is alsof je met een blokfluit een symfonie van Beethoven speelt: je herkent de melodie, maar het is niet op the real thing.

Tijden: het zijn rare tijden, het zijn bizarre tijden, bijzondere tijden, vreemde tijden, moeilijke tijden, gekke tijden. Een maand geleden was tijd nog gewoon enkelvoud en hadden we een leuke tijd, nu is tijd meervoud geworden.

Videobellen: bestond natuurlijk al, maar doen we nu de ganse dag, met de collega’s, met oma en voor de vrijdagmiddagborrel. Meest gehoord: ‘ik zie je niet, zie je mij wel?’ ’Ik hoor je niet, hoor je mij wel?’

Zoomen: online vergaderen via de app Zoom deden we ‘in het begin’ (drie weken geleden) volop, totdat we ontdekten dat we een makkelijke prooi voor hackers waren.

Zorghelden: voorheen dokters en verplegend personeel. Nu ze elke dag in de frontlinie staan mogen we ze gerust helden noemen.

Zorgheldenauto: een gratis leenauto voor een zorgheld(in) zodat hij/zij niet met het OV naar het werk hoeft.

 

 

Quarantaine

Quarantaine. Sinds de opmars van het coronavirus COVID-19 komt dit Franse leenwoord dagelijks voorbij in de media en onze gesprekken. Het getal veertig zit erin, quarante. Dat verwijst naar de veertig dagen die schepen in bewaakte afzondering in de haven moesten doorbrengen, na een overzeese reis. Op deze manier wilde men voorkomen dat de zeelieden besmettelijke ziekten uit verre oorden mee aan wal zouden nemen. 

Het moet voor dat scheepsvolk niet eenvoudig zijn geweest om na een lange tocht nog eens veertig dagen met de rest van de bemanning in isolatie door te brengen. Weken of maanden op zee was al een fysieke en mentale uitputtingsslag -zo comfortabel was het niet op zo’n middeleeuws vrachtschip- en dan ook nog eens veertig dagen noodgedwongen aan boord blijven in het zicht van de haven. Je moet er niet aan denken. 

Zwarte dood

De quarantaine-maatregel ontstond in de veertiende eeuw in Italië en werd later overgenomen door Frankrijk en andere landen. In die periode raasde de Zwarte Dood door Europa: de pest. De veertiende eeuw was sowieso geen gezellig tijdperk. De Honderdjarige Oorlog, gedonder tussen pausen en tegenpausen, plunderende huursoldaten, boerenopstanden, mislukte oogsten, hongersnood. En dus de pest, die woedde tussen 1346 en 1351. 

In tegenstelling tot COVID-19 werd de pest niet veroorzaakt door een virus, maar door een bacterie, die van zwarte ratten door vlooien werd overgebracht naar mensen. Daar kwamen wetenschappers trouwens pas honderden jaren later achter. Bacteriën zijn immers niet zichtbaar met het blote oog en de microscoop moest nog worden uitgevonden.

Net als het nieuwe coronavirus, ontstond de pest in Azië. En net als bij COVID-19 werd in Europa Italië als eerste zwaar getroffen. Een Genuees koopvaardijschip kwam in 1347 vanuit de Zwarte Zee aan in de haven van Messina op Sicilië, met aan boord ernstig zieke zeelieden. Die hadden dikke zwarte gezwellen op hun lichaam, waar pus en bloed uit kwam. De zieken kregen inwendige bloedingen en stierven in korte tijd een gruwelijke dood. 

Fake news

De pest werd aanvankelijk als een straf van God gezien. Joden leken minder vaak ziek te worden (dat zou verklaard kunnen worden door hun strenge reinigingswetten en betere hygiëne, een verder nog onbekend concept in de veertiende eeuw) en dat was verdacht. Als fake news avant la lettre deed het verhaal de ronde dat de Joden overal in Europa waterbronnen vergiftigden, om zo christenen om het leven te brengen. Er werden progroms uitgevoerd, vooral in Zwitserland en Duitsland. Joodse gemeenschappen werden vernietigd, de Joden verjaagd of levend verbrand en hun bezittingen ingepikt. Naar schatting 16.000 Joden kwamen om het leven door dit geweld. Intussen woedde de pest onverminderd voort en eiste alleen al in Europa tientallen miljoenen levens, naar schatting eenderde van de bevolking. 

Hoe afschuwelijk en ontwrichtend ook, door het massale verlies aan arbeidskrachten werden in die tijd de eerste stappen naar mechanisatie en daarmee naar de moderne tijd gezet. De pest inspireerde schrijvers als Boccaccio en leidde tot nieuwe inzichten: alle zekerheden zijn twijfelachtig.