Selecteer een pagina

Hoe zat het ook alweer? Wees eens stil/ben eens stil

In de trein zit een meisje luid te bellen met haar moeder (‘hee mam’) als de conducteur langskomt. ‘Wees eens even stil,’ zegt ze in haar telefoon, ‘ik kan die gast van de kaartjes niet verstaan.’ De conducteur doet geamuseerd de groeten aan de moeder. ‘Ma, je moet de groeten van hem.’

‘Wees eens stil’ is een gebiedende wijs van het werkwoord ‘zijn’. De vorm ‘wees’ is een uitzondering, want vrijwel altijd is de gebiedende wijs de eerste persoon enkelvoud: ‘kom hier’, ‘ga weg’, ‘eet wat’. Bij het werkwoord ‘zijn’ is de eerste persoon enkelvoud ‘ben’: ‘ben eens stil.’ Nou is dit zeker niet fout, maar iets meer spreektaal dan ‘wees eens stil’, dat meer standaardtaal is.

Onze Taal signaleert voorzichtig dat de vorm met ‘ben’ in opmars is.