Woord van de dag: Lamlendig
Er heerst een griepepidemie in Nederland. Zelfs zo erg dat Het Erasmus MC eerder deze week operaties moest uitstellen omdat de intensive care te vol lag met grieppatiënten.
Men spreekt van een officiële griepepidemie als huisartsen twee weken achter elkaar meer dan 51 mensen met griepklachten op elke 100.000 Nederlanders tellen. De afgelopen twee weken zaten we daar ruim boven met tussen de 72 en 82 op de 100.000 mensen.
Ik ben één van hen en lag deze week lamlendig in bed naar het plafond te staren en te bedenken hoe deze cijfers tot stand komen. Want waarom zou je met griep naar de dokter gaan (afgezien van risicogroepen en complicaties)? Griep moet je uitzieken, daar kan een dokter niets in bespoedigen. En zijn huisartsen niet veel te druk om braaf hun grieppatiënten die zich die week toch naar het spreekuur sleepten, door te bellen?
Lekker belangrijk, denkt u wellicht, maar in mijn koortsige brein werd het een kwestie. Ik wilde ook weleens in een statistiek.
Lamlendig betekent letterlijk ‘met lamme lendenen’ en vandaaruit beroerd, lusteloos.
Recente reacties