Hoe zat het ook al weer? Oxymoron/paradox
Ik stapte een horlogewinkel binnen voor een nieuw batterijtje. Het was een zaak met gedempt licht waar je haast als vanzelf ook zacht ging praten. Achterin de zaak zaten drie mannen in een stofjas heel geconcentreerd horloges te repareren. Het leek alsof ik zo de jaren zeventig was binnengewandeld. Een horlogewinkel waar de tijd stilstaat, wat een prachtige oxymoron. Of is het een paradox?
En oxymoron is een stijlfiguur waarbij twee begrippen die elkaar uitsluiten, worden gecombineerd tot één begrip. Het woord is afgeleid van het Griekse oxys (scherp) en moros (verdwaasd) en betekent `scherpzinnige onzin`. Een voorbeeld: de ‘oudere jongere’ (Koos Koets!) of ‘oorverdovende stilte.’
Een paradox is ook een stijlfiguur met een tegenstelling, maar dan eentje die eerst niet lijkt te kloppen, maar als je er nog eens goed over nadenkt, toch wel. Een zogenaamde schijnbare tegenstelling. Ook deze term komt uit het Grieks: paradoxus betekent ‘tegen de schijn ingaand’. Een voorbeeld: schrijven is schrappen.
Bij de een(oxymoron) gaat het dus een echte tegenstelling, bij de ander (paradox) om een schijnbare. Maar het onderscheid tussen beide is nogal vaag en bronnen spreken elkaar tegen. Want wanneer is iets een échte tegenstelling?
In het geval van de horlogewinkel waar de tijd stilstaat lijkt me de paradox het meest passend.
Recente reacties